Christen lijkt te wennen aan de tekenen van de tijd
Wat kan er in korte tijd veel gebeuren. Nog maar goed een week geleden was er in Noord-Afrika betrekkelijke rust. Geen oorlogen; in diverse landen wel spanningen, maar geen bloedige revoluties. Alleen het vluchtelingenvraagstuk (op zich een drama) hield mensen bezig.
Inmiddels is de streek een groot rampgebied. Vrijdagavond had in Marokko een hevige aardbeving plaats, die duizenden mensenlevens kostte. Kort daarop vond in Libië een natuurramp plaats van ongekende omvang. Een enorme watervloed vaagde een groot deel van een stad weg. Tienduizenden mensen verdronken. Voor hen was het in één ogenblik eeuwigheid geworden.
Verschillende media, ook seculiere zoals de NOS, spraken over „apocalyptische beelden”. En in ieder geval is het waar dat deze rampen naar het woord van Christus Zelf behoren tot de tekenen van de eindtijd. Voor wie de Bijbel leest, kan daarover geen misverstand zijn.
Die wetenschap moet mensen ervoor bewaren zo snel mogelijk weer over te gaan tot de orde van de dag. Dat gevaar bestaat. Om een voorbeeld te noemen: wie praat er nu nog over de aardbeving –in februari dit jaar– in Turkije en Syrië waarbij naar schatting 50.000 doden vielen? Inmiddels heeft het nieuws de aandacht voor deze ramp verdrongen. Verwacht kan worden dat met de catastrofes in Marokko en Libië spoedig hetzelfde zal gebeuren.
Andere drama’s krijgen minder aandacht en roepen minder ontzetting op. Dat miljoenen in de Derde Wereld dreigen om te komen van de honger is iets waar weinig mensen in de westerse wereld nog echt van wakker liggen. Hetzelfde kan gezegd worden van de vele vormen van geweld in Afrika of Zuid-Amerika. We zijn eraan gewend. Terwijl ook dit tekenen van de tijd zijn.
Dat alles illustreert dat het begrip ”apocalyptisch” selectief gebruikt wordt. Vaak wordt het alleen gebezigd om het onbeschrijfelijke karakter van een ramp te duiden. Wat het woord werkelijk inhoudt, wordt vaak niet beseft. Dat het wijst op het naderend wereldeinde waarbij Christus wederkomt om de levenden en de doden te oordelen en deze oude aarde te herscheppen, geloven velen niet.
Christenen belijden dat wel. Maar de grote vraag is of zij dat inderdaad ook beleven. Het lijkt erop dat dit besef ook onder hen taant. Een indicatie is dat –vergeleken met jaren zeventig, tachtig van de vorige eeuw– het aantal publicaties over de eindtijd veel minder is.
Niemand weet wanneer het wereldeinde precies daar is. Pogingen om dat exact te voorspellen, mislukken altijd. We kunnen wel zeggen waar de kleine wijzer van de klok van de wereldgeschiedenis staat, maar niet precies waar de grote wijzer is aangekomen. Maar die nadert gewis twaalf uur. In de oude kerk klonk daarom ”Maranatha; kom, Heere Jezus”. Is dat besef én verlangen er nog? Of gaat de wereld én de kerk na elke ramp weer over tot de orde van de dag?