Limburg: pijnlijke situaties rond statushouders door traagheid
Het opvangen van statushouders gaat erg moeizaam in Limburg. Woensdagavond heeft Limburg samen met de elf andere provincies gesproken met demissionair minister Hugo de Jonge over de huisvesting van deze groep. De Limburgse gedeputeerde Elianne Demollin-Schneiders (bestuurlijk toezicht, BBB) heeft de minister uitgelegd dat de samenwerking tussen gemeenten en de organisaties die zich ontfermen over statushouders stroef verloopt. Ze noemt de situaties die ontstaan „erg pijnlijk”.
Limburg heeft dit jaar tot dusver 988 vluchtelingen met een verblijfsvergunning aan een woning geholpen, aldus Demollin-Schneiders. Dat is ongeveer een derde van het totaal dat dit jaar in de provincie een huis moet krijgen. In de laatste maanden van 2023 moet er voor nog 1800 statushouders een huis worden gevonden.
De opdracht tot huisvesting komt vanuit het Rijk, gemeenten moeten hem uitvoeren. De provincie houdt toezicht op de uitvoering. Een probleem voor gemeenten is volgens Demollin-Schneiders dat het soms een tijd kan duren voor de juiste mensen bij een beschikbaar huis zijn. „Het is erg pijnlijk als een gemeente haar best doet om een woning te vinden en hij staat vervolgens nog twee weken leeg.” Of een gemeente heeft een eengezinswoning gevonden, waarna blijkt dat er een alleenstaande statushouder op de wachtlijst staat.
De Immigratie- en Naturalisatiedienst verleent de vergunningen aan vluchtelingen, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) koppelt vervolgens deze statushouders aan gemeenten. „In die hele keten loopt het vast”, legt een provinciewoordvoerster uit.
Het maakt het werk van de provincie moeilijker. „Ik kan niet de duimschroeven aandraaien, en als gemeenten dan hun werk doen dat er dan niemand is”, aldus Demollin-Schneiders.
Het contact tussen gemeenten en de provincie Limburg loopt sowieso niet altijd even vlotjes. Vorige week bleek dat meerdere gemeenten boos waren omdat bij een bijeenkomst over de huisvesting van onder meer statushouders gouverneur Emile Roemer en de gedeputeerde voor wonen Michael Theuns niet kwamen opdagen. Volgens Demollin-Schneiders was de oorzaak een „onhandigheid met de agenda’s”.
De Jonge, die in Limburg was in zijn rol als demissionair minister van Binnenlandse Zaken, heeft volgens haar bij de provincie benadrukt om „de teugels niet te laten vieren” rond de opvang van statushouders. Die oproept begrijpt ze. Maar ze verwacht vanuit het Rijk „wel een verbetering”.