Kerk & religie

Oud TUA-docent Heijstek: Meer aandacht nodig voor praktische vorming predikanten

Het vak psychologie zou op de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) meer aandacht mogen krijgen, vindt drs. Ad Heijstek. „Predikanten moeten worden gevormd voor de praktijk.”

Jan van Reenen
12 September 2023 16:00
Ad Heijstek doceerde sinds 1998 psychologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. „Veel theologiestudenten zijn eenzijdig cognitief ontwikkeld. Dat is nogal eens ten koste gegaan van de sociaal-emotionele kant.” beeld RD, Anton Dommerholt
Ad Heijstek doceerde sinds 1998 psychologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. „Veel theologiestudenten zijn eenzijdig cognitief ontwikkeld. Dat is nogal eens ten koste gegaan van de sociaal-emotionele kant.” beeld RD, Anton Dommerholt

Heijstek nam onlangs afscheid als docent psychologie aan de TUA. Hij nam het vak in 1998 over van prof. dr. W.H. Velema, die het „erbij” deed. Heijstek: „De synode vond het belangrijk dat psychologie door een vakdocent gegeven zou worden. Prof. Velema, die had gekozen voor een filosofische benadering, was het ermee eens dat het vak een meer praktische insteek zou moeten krijgen. Het was in een tijd dat er in de kerken veel verontrusting was over predikanten met wie het niet goed ging vanwege persoonlijkheidsproblemen.”

Herkent u die persoonlijkheidsproblemen?

„Die waren en zijn nog steeds op een deel van de predikanten van toepassing. Veel theologiestudenten zijn eenzijdig cognitief ontwikkeld. Dat is nogal eens ten koste gegaan van de sociaal-emotionele kant. Velen vinden het daarom moeilijk om wat over zichzelf te vertellen. Het is juist belangrijk dat predikanten in balans zijn, anders bestaat de kans dat ze niet goed functioneren.”

Speelt psychologie dan een rol in hun werk?

„Psychologie is veel belangrijker dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Voor het pastoraat is het misschien wel duidelijk. Een predikant moet weten hoe hij het gesprek met een gemeentelid moet voeren, maar ook wat de valkuilen zijn, bijvoorbeeld in het gesprek met een vrouw alleen. Psychologische kennis komt ook van pas bij de catechese. Een predikant dient te weten hoe hij met de jeugd moet omgaan. Verder is psychologie van belang voor de preek, om de mensen te bereiken, en bij vergaderingen. Als je inzicht hebt in het functioneren van mensen, begrijp je waarom vergaderingen verlopen zoals ze verlopen.

Ik zal een voorbeeld geven uit mijn eigen praktijk. Als hulpverlener had ik op een keer een gesprek met een studente met problemen. Tijdens het derde of vierde gesprek voelde ik dat ik haar op schoot zou willen nemen. Ik schrok van mezelf. Later sprak ik erover met een collega. Hij zei tegen me: „Ik hoorde van een vader die zijn dochter op schoot zou willen nemen.” Dat bevrijdde me. Tijdens het volgende gesprek met de studente vroeg ik naar de relatie met haar vader. Het bleek dat ze onvoldoende gehecht was en snakte naar erkenning.”

Hoe bracht u het onderwerp psychologie ter sprake in uw colleges?

„Ik wilde studenten laten nadenken over hun gedrag en gevoelens. Het gaat altijd om reflectie: terugkijken naar feiten en gevoelens in het eigen leven. Waar komen die vandaan en wat betekenen ze? Mijn lessen bestonden uit vier thema’s. Het eerste was dat de studenten keken naar hun eigen zelfbeeld en daarbij hun verleden onder ogen namen. Dat was voor sommigen heel confronterend. Het tweede thema was autonomie. Hierbij ging het erom of ze genoeg zelfstandigheid hadden en niet te afhankelijk waren. Het derde was het beter leren kennen van de eigen identiteit en het vierde het volwassen worden.”

Krijgt het vak psychologie voldoende aandacht op de TUA?

„Volgens mij niet. Theologiestudenten moeten niet alleen theoretisch worden gevormd, maar dienen ook te worden opgeleid voor de praktijk om problemen tijdens hun predikantschap te voorkomen. Die aandacht is er nog niet voldoende. Er zijn bestuurders van de universiteit die vrezen voor een ”hbo-isering” van de TUA. Ze vinden dat de predikantenstudie een universitaire opleiding moet zijn. Dat is natuurlijk ook zo, maar predikant-zijn is een mensenberoep en daarvoor moet meer oog komen.

Gelukkig is er tijdens de bachelorfase een stage gekomen. Dan blijkt bijvoorbeeld dat slimme studenten die tijdens de colleges veel het woord voeren, ineens niet meer zo goed weten wat ze zeggen moeten. Dat is leerzaam voor hen. Er zou echter nog meer kunnen veranderen, zoals nascholing of een vorm van supervisie, waarbij een deskundige de predikant begeleidt en hem leert meer te reflecteren op zichzelf.”

Kan dat niet gewoon door middel van contacten met kerkenraadsleden?

„Het blijkt in de praktijk heel moeilijk te zijn voor predikanten om zich open te stellen voor kerkenraadsleden. Hun wordt doorgaans ook door deskundigen geadviseerd om geen vrienden te maken in de gemeente. De vraag is waar hij dan terecht kan met zijn eigen problemen. Ik adviseer om vrienden buiten de eigen gemeente te hebben om die problemen bijvoorbeeld tijdens een wandeling te bespreken.

De vrouw van de predikant kan ook een grote rol spelen. Zij is vaak juist emotioneel hoger begaafd en een enorme verrijking voor zo’n cognitief begaafde predikant. Hij zou met zijn vrouw kunnen bepraten wat hem dwarszit, al hoeft hij dan geen namen te noemen. Het is overigens ook weer niet zo dat alle predikantsvrouwen dat aankunnen; ze moeten wel kunnen zwijgen.

Bij al deze dingen gaat het erom dat predikanten in een hectische tijd het hoofd boven water houden en kunnen blijven functioneren als dienaar van het Woord van God.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer