Gezelligheid én inhoud bij jaarlijkse doctoraatsweek ETF Leuven: „Theologie moet de kerk dienen”
Vroomheid en wetenschap verbinden. Dat wil de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven. De Vlaamse opleiding hield afgelopen week haar jaarlijkse doctoraatsweek. Een sfeerverslag van deze vijfdaagse ‘snelkookpan’ van theologie, ontmoeting én gezelligheid.
Wie vanaf de Sint-Jansbergsesteenweg in Heverlee –deelgemeente van Leuven– het terrein van de ETF nadert, vermoedt niet dat in de bossen een indrukwekkend kloostergebouw verscholen staat. De verschillende vleugels ervan zijn allemaal minimaal zes verdiepingen hoog. Wie het voormalige klooster binnentreedt, waant zich in een doolhof van gangen, trappen en zalen.
Maar verdwalen doe je niet snel deze week. De kapel –voor de ochtendwijdingen en plechtigheden–, de refter –voor de goedverzorgde maaltijden, zoals een Mexicaans buffet of Spaanse Paella– én de lokalen –waar studenten presentaties houden– zijn allemaal dicht bij het centrale trappenhuis, een handig oriëntatiepunt.
Op de vijfde verdieping bevinden zich achttien hotelkamers voor gasten, die daarnaast ook verhuurd worden aan mensen die bijvoorbeeld op retraite zijn. Daarboven is een kleine gebedsruimte. Vanuit de hoge ramen is er een prachtig uitzicht op de omgeving. Op de muur staat, in het Engels, Psalm 73:25: „Wien heb ik nevens U in de hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde.” Op een tafel liggen een Rembrandtbijbel en een bundel opwekkingsliederen. Keyboard en gitaar nodigen uit tot zingen.
Jezuïeten
Het klooster werd in 1919 gebouwd voor Franstalige jezuïeten. In de jaren zeventig moesten zij vanwege hun taal Vlaanderen verlaten. Het gebouw ging over naar het protestants-evangelische Bijbelinstituut België, dat wortelt in zendingswerk onder soldaten in de Eerste Wereldoorlog.
In 1981 werd deze Bijbelschool omgevormd tot een wetenschappelijke opleiding: de Evangelische Theologische Faculteit. Momenteel biedt de ETF een Nederlandstalige bachelor –inclusief een populaire deeltijdvariant voor afstandsonderwijs–, een Engels masterprogramma met veel internationale studenten, en een doctoraatsprogramma.
De veertig studenten van dit laatste programma –op weg om met een proefschrift hun doctorstitel te behalen– vierden afgelopen dagen hun jaarlijkse hoogtepunt: de doctoraatsweek. Van over de hele wereld –uit onder andere Indonesië, Israël, Colombia en Duitsland– waren promovendi vijf dagen bij elkaar voor ontmoeting en uitwisseling.
Voor velen is dit het enige moment in het jaar dat ze in Leuven zijn. Ontmoeting en gezelligheid voeren dan ook de boventoon. Voortdurend zijn studenten in de wandelgangen met elkaar in gesprek over tal van onderwerpen: vaak wetenschappelijk, maar ook persoonlijk. Engels, Vlaams, Duits: het is allemaal te horen.
„Hier loopt alles door elkaar”, zegt hoogleraar Oude Testament prof. dr. Mart-Jan Paul. „Dit is zonder meer een Bijbelgetrouw gezelschap, maar de variatie is groot: anglicaans, evangelisch, reformatorisch. Binnenkerkelijke kwesties over bijvoorbeeld Bijbelvertalingen spelen hier niet. We gaan hier uit van het Hebreeuws en Grieks, zeggen we dan.” Financieel is het altijd krap, legt prof. Paul uit, omdat de overheidssubsidie laag is. „Velen helpen hier mee vanuit een roepingsbesef voor de academische wereld. Men gunt elkaar dan ook een stuk ruimte.”
Cadeau
Het enthousiasme spat van het gezicht van promotiestudent Sjoerd van der Wielen (44) als hij vertelt over de doctoraatsweek. „Heel leuk. Ik leer hier zoveel van broeders van overzee. Niet alleen theologisch. We hebben gesprekken over de kerk wereldwijd. Theologie moet namelijk de kerk dienen.” Naast het internationale karakter en de Bijbelgetrouwe identiteit waardeert de student de academische kwaliteit van de ETF.
Op vrijdagochtend houdt Van der Wielen, werkzaam als tutor aan de Evangelische Hogeschool, een presentatie over zijn onderzoek naar de structuur van het Bijbelboek Numeri. „In Numeri 28 tot 30 staan wetten over de heilige feesten, midden tussen verhalen die zich afspelen in de vlakte van Moab. Waarom? Die wetgeving, bedoeld voor in het beloofde land, is blijkbaar Gods hoopvolle antwoord op het murmureren van Israël in de woestijn.”
Van der Wielen, lid van een Nederlandse gereformeerde kerk van vrijgemaakte origine in Wageningen, vindt het „helemaal niet moeilijk” om het promotietraject vol te houden. „Ik ben enthousiast over mijn onderzoek, omdat iedereen dit kan. Het is begrijpend lezen van de Bijbel, op een academisch verantwoorde manier. Ik ontdek dan hoe mooi Gods Woord in elkaar zit: wat een schoonheid en literaire kwaliteit. Ik doe mijn onderzoek biddend, en heb al drie keer tegen de Heere gezegd: Dit cadeau is te mooi om uit te pakken.”
Hymn
Van der Wielens presentatie volgt vrijdag op de dagelijkse ochtendwijding. Prof. dr. Ronald Michener mediteert daarbij over 2 Petrus 3, over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde die door het oordeel heen zullen komen. Als variant op het thema van de doctoraatsweek –”Hoop voorbij het oordeel”– spreekt de dogmaticus over „hoop ín het oordeel”. „God zal de kwaden veroordelen, maar het oordeel houdt niet alleen veroordeling in. Hij vernieuwt de schepping.” Michener roept de aanwezigen op tot volharding in moeilijke tijden en stelt en passant de student gerust die ’s middags zijn dissertatie moet verdedigen: „Docenten zijn er om je te helpen, niet om je te schaden.”
Als antwoord op de Bijbeloverdenking zingt een zaal vol theologen met academische titels staande de hymn ”Love Divine” van Charles Wesley: „Laat ons Uw grote verlossing zien, volmaakt in U hersteld, tot we onze kronen voor U werpen, verzonken in bewondering, liefde en lof.”
Verlangen
Rond de middag verzamelen zo’n twintig belangstellenden zich voor een lezing van prof. dr. Andreas Beck, over Gisbertus Voetius’ visie op geestelijk welzijn. De vraag is of het aanschouwen van God in de gelukzaligheid vooral in het verstand of vooral in de wil zetelt, of in allebei. Voetius onderscheidde liefst acht standpunten hierover, waarbij die van middeleeuwers Thomas van Aquino en Duns Scotus bij Voetius centraal staan.
Wie nu denkt dat theologie voor Voetius een theoretische, speculatieve aangelegenheid was, heeft het mis. „Theologie is bedoeld om goed en zalig te leven, hier en in de eeuwigheid”, citeert Beck Voetius. „Voetius vond het belangrijk dat zijn studenten vroomheid en verlangen naar God zouden beoefenen.” Becks lezing is daarmee illustratief voor de slogan van de ETF: ”Fides Quaerens Intellectum”: het geloof zoekt te begrijpen.
„Vertelde Voetius dit ook allemaal in zijn preek voor de gemeente?”, vraagt een collega-hoogleraar. Beck denkt van niet, „maar zijn visie schemerde waarschijnlijk wel door in zijn preken”. Beck vergelijkt de universitaire scholastiek van Voetius met de grammatica van een taal: die gebruik je in het spreken, maar je praat niet met gewone mensen óver grammatica.
Doctorssjaal
De promotie van de Amerikaans-Israëlische evangelist Randall Ford sluit de week af. Het is de tweede promotie deze week. Gespannen stilte vult de kapel als het cortège van hoogleraren in toga’s binnenschrijdt. Fords vrouw en kinderen kijken vanuit Jeruzalem mee; zijn broer is aanwezig, speciaal overgevlogen vanuit Amerika. Ford presenteert zijn werk met verve. Vragen van zijn opponenten beantwoordt hij stellig en vrijmoedig. Als rector prof. dr. Jos de Kock de verdediging heeft beëindigd –het klassieke „Hora est” is geen gewoonte aan de ETF– wachten Ford en de aanwezigen in spanning af. Onder applaus ontvangt Ford een positieve uitslag en een rode doctorssjaal, waarna promotor prof. Paul de plechtigheid –in ETF-stijl– met gebed beëindigt. Een ontspannen receptie volgt.