BinnenlandKlimaatprotest
Predikant, klimaatactiviste en projectleider Groene Kerken in gesprek over klimaatdemonstratie

Klimaatactivisten blokkeren vanaf zaterdag dagelijks de A12 in Den Haag. Ze demonstreren tegen fossiele subsidies. Kun je als christen deelnemen aan zo’n verboden demonstratie? Een driegesprek.

Michiel Kerpel en Arco Vuik
Carla Dik-Faber, ds. M. van Reenen en Rozemarijn van ’t Einde (v.l.n.r.). beeld RD, Anton Dommerholt
Carla Dik-Faber, ds. M. van Reenen en Rozemarijn van ’t Einde (v.l.n.r.). beeld RD, Anton Dommerholt

Theoloog en klimaatactivist Rozemarijn van ’t Einde ziet geen andere mogelijkheid dan –voor de vijfde keer voor haar– op de A12 te gaan actievoeren. Oud-Tweede-Kamerlid (CU) en projectleider bij Groene Kerken Carla Dik-Faber sympathiseert met de demonstranten, maar zal nooit deelnemen aan een verboden betoging. Voor ds. M. van Reenen van de hersteld hervormde gemeente in Urk geldt dat zorg voor de schepping hem aan het hart ligt. Maar de wet overtreden? Dat gaat hem te ver. Het drietal gaat in gesprek aan de hand van vijf stellingen.

1. Protesten zijn een effectief en noodzakelijk middel om overheid en samenleving de ernst van de klimaatcrisis te laten voelen. De staat van het klimaat dreigt in de politieke waan van de dag onder te sneeuwen.

Van ’t Einde: „Protesteren is niet de favoriete bezigheid van de mensen die zaterdag de A12 blokkeren. Maar we merken dat het de enige manier is om nog gepaste aandacht te krijgen voor de urgentie van het klimaatprobleem. Al het andere is al geprobeerd. Petities, inspraak in de Tweede Kamer en nog veel meer. Blijkbaar wordt er niet geluisterd. De wetenschap is intussen kristalhelder: we moeten radicaal ingrijpen om de ergste gevolgen van de verhitting van de aarde af te wenden. Vandaar een blokkade.”

19629813.JPG
Ds. M. van Reenen. beeld RD, Anton Dommerholt

Van Reenen: „In hoeverre is een blokkade effectief?”

Van ’t Einde: „Heb je gehoord van de term fossiele subsidies?”

Van Reenen: „Ja, volgens een nieuw onderzoek zou het zelfs gaan om 37,5 miljard euro.”

Van ’t Einde: „Had je er twee jaar geleden ook al van gehoord?”

Van Reenen: „Wel van de zaak, niet van dat woord.”

Van ’t Einde: „Dat komt door onze demonstraties. Fossiele subsidies zijn namelijk niet echt een hip onderwerp. Door dit soort demonstraties gaan journalisten er wel over schrijven. Ook de Tweede Kamer spreekt erover. Dus de blokkades zijn heel effectief.”

Van Reenen: „Toch moet je ook kijken naar de negatieve kant van de aandacht. Negatieve reclame is ook reclame. Wanneer de zorg voor de schepping wordt geassocieerd met opstand, dan doet dat wat met mensen. Ik merk dat sommige mensen die niet zo bezig zijn met rentmeesterschap negatiever gaan denken over opkomen voor het klimaat.”

Dik-Faber: „Demonstraties halen sneller de media, dat klopt. Toch wil ik benadrukken dat er ook andere manieren zijn om rond klimaatverandering je stem te laten horen. Afgelopen week was een groene kerk in Zutphen in het nieuws met een buurtmoestuin. Zo zijn er binnen geloofsgemeenschappen veel mensen die hun steentje bijdragen.”

Van ’t Einde: „Het blokkeren van de snelweg is ook zeker niet de enige manier om wat tegen de verhitting van de aarde te doen. Persoonlijke actie is heel belangrijk. Zo doe ik zelf ook aan dumpster diving, het redden van eten dat is weggegooid. Protesteren blijkt als methode echter onmisbaar, gezien de ernst van de situatie. We missen de laatste afslag naar een leefbare aarde. Dat wil ik niet laten gebeuren en daarom kom ik met volle overtuiging vreedzaam in opstand.”

Dik-Faber: „De vraag is dus: hoe kom je in opstand? Je kunt op de A12 gaan staan, maar je kunt ook in opstand komen door elke dag als persoon andere keuzes te maken. Welke kleding trek je aan? Wat ligt er op je bord? Hoe ga je naar het werk?”

Van ’t Einde: „Zeker. Maar er moet meer gebeuren. Het hele economische systeem moet veranderen. En daar heb je de politiek voor nodig.”

Dik-Faber: „Ik snap jullie beiden. Ik wil net als Van Reenen niet de polarisatie aanwakkeren. Tegelijk voel ik met je mee dat je mensen wilt bewustmaken. Want hoe bereik je de grote middengroep? Je wilt dat men meer over klimaatverandering gaat nadenken en er meer bewust mee bezig is.”

2. Het verbieden van de blokkades van de A12 perkt het demonstratierecht in. Het is begrijpelijk dat activisten het heft in eigen handen nemen.

Dik-Faber: „Ik ben geen deskundige, maar als ik juristen moet geloven, is dit inderdaad een inperking van het demonstratierecht. Ik beroep me dan op advocate Bénédicte Ficq en juriste Hannah Prins. Zij geven aan dat demonstreren een mensenrecht is en dat dat op die plek mag.

En dat activisten het verbod negeren? Zelf zou ik niet op de A12 gaan staan, maar ik deel wel de urgentie. Als je alleen deze zomer al ziet hoe verwoestend klimaatverandering is… Denk aan overstromingen en bosbranden. Delen van de aarde worden met temperaturen van boven de 50 graden onleefbaar. Ecosystemen storten in. En dan maken wij ons druk om de enkele duizenden klimaatactivisten die op de A12 zitten.”

Van Reenen: „Los van de vraag of je zelf op de A12 gaat zitten: zou je een christen adviseren om daaraan deel te nemen?”

Van ’t Einde: „Wat zou jij mij adviseren?”

Van Reenen: „De urgentie van het probleem en het overtreden van de wet staan los van elkaar. Er zijn situaties waarin je de wet mag overtreden, maar de vraag is of dit zo’n situatie is. Ik denk van niet.

Als het gaat om het demonstratierecht: zo’n recht lijkt me nooit absoluut. Als een overheid zegt: „Dit mag niet”, wat ze ook doen rond abortusklinieken, dan heb je daarnaar te handelen. Of je het nu leuk vindt of niet.”

3. Een christen die het door God ingestelde gezag onderdanig wil zijn, kan onmogelijk deelnemen aan een verboden verklaarde demonstratie. Ook niet als supporter aan de zijlijn.

Van Reenen: „Burgerlijke ongehoorzaamheid kan gerechtvaardigd zijn. Het kan gebeuren dat je je geweten moet volgen tegen het gebod van de overheid in. Dat vereist wel dat je een absolute zonde doet als je de overheid gehoorzaamt. Een voorbeeld uit de Bijbel: als de vroedvrouwen in Egypte zouden meewerken aan het doden van de Israëlitische jongens, zouden ze zondigen. De vraag waar het hier om draait is: zondig je als je niet op de A12 gaat zitten?”

Van ’t Einde: „Hoe kijk je naar Esther? Ze wilde spreken met de koning, al was dat ongehoorzaam en tegen de regels om te doen. Het ging ondertussen om een kwestie van leven of dood.”

Van Reenen: „Ik zie dat niet als burgerlijke ongehoorzaamheid. Dat draaide meer om de grillen van de koning. Als het gaat om de klimaatprotesten, zie ik het verstrekken van fossiele subsidies niet als een absoluut kwaad.”

19629815.JPG
Rozemarijn van ’t Einde. beeld RD, Anton Dommerholt

Van ’t Einde: „De overheid gaf jaren geleden zelf al aan dat de subsidies moeten worden afgebouwd. En ook economen zien ze als een kwaad.”

Van Reenen: „Bepaalde belastingvoordelen voor bedrijven zijn inderdaad kwalijk, maar kun je niet te allen tijde kenmerken als zonde. Ik vind het ook verkeerd dat luxe auto’s zoals Tesla’s gesubsidieerd worden. Maar het is geen absoluut kwaad.”

Van ’t Einde: „Door de subsidies hebben we in Nederland per saldo 20 procent meer uitstoot van broeikasgassen. Dat heeft indirect tot gevolg dat elders mensen sterven door klimaatverandering. Is dat geen kwaad?”

Van Reenen: „Dan heb je het over de effecten. Ik vind het heel terecht dat er aandacht gevraagd wordt voor klimaatverandering en de gevolgen ervan. Maar: waar zit het kwade hem in? Dan moet je het volgens mij niet hebben over de effecten, maar over de oorzaak. De uiteindelijke oorzaak is onze levensstijl. Daar gaat het mis. We horen sober te leven.”

Dik-Faber: „We zijn het erover eens dat Gods schepping onder druk staat. Mensen overlijden door de gevolgen van klimaatverandering. Het verbranden van fossiele brandstoffen veroorzaakt de opwarming van de aarde.

Waarom worden die brandstoffen gebruikt? Omdat we een economisch systeem hebben opgetuigd dat daarop leunt. De overheid houdt het grootschalige gebruik van fossiele brandstoffen in stand door belastingvoordelen. Het is volgens mij terecht dat een groeiende groep mensen dat aan de kaak stelt.”

Van Reenen: „Zeker, dat grootverbruik moeten we terugdringen. Toch is het gebruik van fossiele brandstoffen op zichzelf niet zondig te noemen. Net als dat het omhakken van een boom ook niet fout is.”

Van ’t Einde: „Eén boom niet, maar een heel bos wel. Dan storten ecosystemen in. Hetzelfde geldt voor fossiele brandstoffen. We overbelasten de schepping ermee.”

Van Reenen: „Zeker, ontbossing en roofbouw zijn fout. Maar wanneer begint dat exact?”

Van ’t Einde: „Alles wat we nu nog uitstoten is roofbouw.”

Dik-Faber: „Een gemiddelde Nederlander consumeert voor 3,5 aardbol.”

Van Reenen: „Mag je daarom de wet overtreden? Je wordt toch niet gedwongen te zondigen?”

Van ’t Einde: „In de maatschappij waarin we leven worden we gedwongen mee te gaan in de zonde van het systeem. Want de overheid gebruikt mijn belastinggeld zodat grote bedrijven zoals Shell de schepping nog meer vervuilen.”

Van Reenen: „Maar dat geldt dan op veel meer terreinen. Belastinggeld wordt voor legio zaken ingezet waar ik niet achter sta. Het gaat mij erom of je persoonlijk gedwongen wordt iets te doen wat niet goed is. Je bent niet verplicht om te vervuilen en klimaat-
bewust leven is niet verboden.”

Van ’t Einde: „Dat ik vind dat ik burgerlijk ongehoorzaam mag zijn, komt ook door de omvang van het probleem. Allereerst als het gaat om de schaalgrootte van de gevolgen. Het gaat hier om leven en dood voor mens en dier. Diersoorten sterven uit. Gods schepping gaat verloren. Daarnaast draait het om de schaalgrootte van belastingvoordelen. Het gaat bij fossiele subsidies om een enorm bedrag dat aan verschrikkelijke dingen wordt besteed. En ik word verplicht om mee te betalen aan die vervuilende subsidies.”

Van Reenen: „Die verplichting tot meebetalen geldt op elk terrein. En daarvan zegt Christus: Geef de keizers wat des keizers is. Hij zegt niet: Ga in Rome protesteren.”

Van ’t Einde: „Dat was een andere tijd. We leven nu in een rechtsstaat, in een democratie. We moeten God dienen met alle middelen die we beschikbaar hebben, inclusief het demonstratierecht.”

Van Reenen: „Je hebt al zo veel middelen binnen een democratie, waarom moet je dan de wettelijke grens overgaan?”

Van ’t Einde: „Welk middel hebben we dan nog niet geprobeerd? De andere instrumenten werkten niet. Ik hoor het graag als je nieuwe ideeën hebt.”

Van Reenen: „Of het werkt of niet, dat is niet wat God van ons vraagt. Hij vraagt dat we onze plicht doen, ook al bereiken we daarmee in allerlei gevallen niet wat we zouden wensen. Er zijn nu eenmaal wettelijke grenzen.”

Van ’t Einde: „Wat vond je dan van de middelen die Martin Luther King gebruikte? Hij is onder meer bijna dertig keer gearresteerd omdat hij demonstreerde. Zonder zijn beweging waren burgerrechten niet gekomen waar ze nu zijn.”

Van Reenen: „Ik weet niet alles van de methoden van King, maar het kan inderdaad gebeuren dat een christen voor de goede zaak opgepakt wordt. In Nederland krijg je wat mij betreft genoeg mogelijkheden om legaal te demonstreren.”

Dik-Faber: „Het economische systeem waar we in zitten verplicht misschien niet tot zonde, maar werkt verkeerde keuzes wel in de hand. Daarmee wil ik niet enkel afgeven op de overheid of wijzen naar ”het systeem”. Want het systeem zijn wij uiteindelijk allemaal. Voor een systeemverandering heeft ieder een individuele verantwoordelijkheid. Als je weet dat de levensstijl anders moet, geeft dat een verantwoordelijkheid om andere keuzes te maken. Al is dat niet altijd makkelijk. Maar het is hierbij ook zoals in Prediker staat: Kennis vermeerdert smart.”

4. Jezus predikte geweldloos verzet. In dat licht kun je vreedzame klimaatprotesten ook zien.

Van ’t Einde: „We leren Jezus in de evangeliën niet kennen als de braafste Burger. Neem bijvoorbeeld zijn onderwijs over het lopen van een tweede mijl uit Mattheüs 5:41. Een Romeinse soldaat kon een Israëliet opdragen zijn bagage een mijl lang voor hem te dragen. Een extra mijl meelopen kan worden gezien als een slimme manier van geweldloos verzet. De Israëliet bracht de overheerser hiermee in verlegenheid.

Jezus was ook vrij duidelijk over de kwalijke praktijken van Farizeeërs en Schriftgeleerden, de kerkelijke overheid uit Zijn dagen. Zo probeert de klimaatbeweging ook op vreedzame wijze machthebbers voor het blok te zetten. Ik vind het een vorm van genade om kwade praktijken aan de kaak te stellen, zodat we ons daarvan kunnen bevrijden. Ik probeer het kwaad te bestrijden dat mijn naaste wordt aangedaan, waar die ook woont. Dat is voor mij heel logisch. Ik woon in een van de rijkste landen ter wereld. Een land dat een belangrijke rol speelt in het veroorzaken van de verhitting van de aarde. Daartegen wil ik mijn stem laten horen.”

Dik-Faber: „Veel kinderbijbels beschrijven Jezus als een grote Kindervriend. Dat is een mooie gedachte, maar niet het complete plaatje. Jezus was ook heel radicaal. Ik vind het lastig om het handelen van Jezus een op een over te zetten naar mijn doen en laten in dagelijkse situaties. Maar als je Zijn boodschap uit de evangeliën toepast op de praktijk van alledag, is dat levensveranderend.

Ik zie om mij heen dat christenen behoorlijk lauw kunnen reageren op zorgen over de schepping. Ons geloof kan soms zo mensgericht zijn, vanuit de gedachte dat God Zijn Zoon gaf om mij te redden. Maar in Johannes 3:16 staat dat God niet alleen mensen, maar de hele wereld liefhad. De particuliere relatie tussen God en mij is belangrijk, maar we moeten de relatie tussen God en Zijn schepping niet vergeten. Het verbond van God met Noach omvatte niet alleen de mens, maar de hele schepping.”

Van Reenen: „Ik beaam dat Jezus heel radicaal was. Maar dan bijvoorbeeld als het gaat om zelfverloochening en betrokkenheid op medemensen. Heel Zijn leven stond in dienst van de eer van God en liefde tot mensen. Maar Jezus komt in de evangeliën op mij niet over als een opstandeling die probeerde maatschappelijke structuren aan te tasten. Hij riep niet op tot verzet in de zin van burgerlijke ongehoorzaamheid, maar tot verzet tegen de zonde.”

Van ’t Einde: „Zonde is in deze tijd meer verwikkeld in structuren. In de tijd van de Bijbel kocht je je spullen direct van iemand anders. Tegenwoordig worden veel goederen in andere landen gemaakt. Met die bril moeten we ook kijken naar de zonde in onze tijd. We moeten ons als samenleving bekeren van het verwoesten van de schepping.”

Dik-Faber: „Ik denk bij verzet niet alleen aan iets groots als de demonstratie op de A12. Er zijn ook kleine daden van verzet nodig. Ik denk daarbij aan mijn moeder van 82 die heel bewust kiest voor een sobere levensstijl omdat ze ervan overtuigd is dat dingen anders moeten. Die kleine daden worden door anderen misschien niet gezien en ze halen de krant niet. Maar als iemand dit doet uit liefde tot God en Zijn schepping, doet het ertoe. Dan is het niet alleen een daad van verzet, maar ook van liefde.”

Van ’t Einde: „Veel demonstranten op de A12 worden gedreven door die liefde. De grimmige beelden in de media doen geen recht aan de sfeer van liefde en bevlogenheid die daar heerst.”

5. Een christen die prioriteiten stelt is te vinden bij de Mars voor het Leven en niet bij de klimaatdemonstratie op de A12.

Dik-Faber: „De stelling suggereert een tegenstelling die er volgens mij niet is. Ik ben een aantal keren bij de Mars voor het Leven geweest en ik heb ook aan een paar klimaatmarsen deelgenomen. De Mars voor het Leven is eigenlijk een mars voor het ongeboren leven. Wat zou het mooi zijn als het een mars voor al het geschapen leven zou zijn. Mensen die opkomen voor het ongeboren leven, zouden zich ook zorgen moeten maken over de wereld waarin die kinderen geboren worden.”

Van Reenen: „Ik vind het ook een oneigenlijke tegenstelling. God is de God van leven. Wie God liefheeft, wil zuinig zijn op het leven dat God geeft. Het ongeboren leven, de hele schepping, het huwelijksleven. Maar de realiteit is wel dat het klimaat op veel verschillende momenten aandacht krijgt. Het grootste deel van de mensen dat zich zorgen maakt over het klimaat, maakt zich niet druk om het ongeboren leven. Als christenen de Mars voor het Leven niet zouden bezoeken, zou deze verdwijnen. In die zin is de aanwezigheid van christenen bij de Mars voor het Leven meer urgent.

Het mooie van de mars voor het ongeboren leven vind ik de uitstraling. Die blijft respectvol ondanks een grondig meningsverschil met de overheid. Bepaalde uitingen van klimaatprotest, zoals schreeuwen en tegenstribbelen, vind ik niet respectvol. Ik vind het volstrekt prima als christenen nadrukkelijk zeggen: Overheid, u doet iets verkeerd. Niet uit boosheid, wel uit verontwaardiging.”

Dik-Faber: „Ik zie daarin geen verschil tussen de Mars voor het Leven en de klimaatdemonstratie op de A12. Beide zijn een aanklacht tegen de overheid. Deelnemers voelen op zijn minst ongemak bij het overheidsbeleid en misschien ook wel boosheid en verontwaardiging. Dat mag. Zit jouw moeite erin dat in de Bijbel staat dat we onszelf niet tegenover de overheid moeten plaatsen?”

Van Reenen: „We moeten geen vijandbeeld van de overheid stimuleren, maar we mogen wel stelling nemen tegen standpunten van de overheid.”

Van ’t Einde: „Wat is er mis met boosheid? In sommige gevallen is boosheid een gepaste emotie. Klimaatprotesten zijn soms luid en irritant, maar er zijn ook momenten van stilte. We zoeken met elkaar naar een vorm die gepast is. Ik denk dat je met een stille mars de boodschap van de waarde van het ongeboren leven goed kunt overbrengen.”

Van Reenen: „Ik ben ook vaak verontwaardigd en verdrietig. De schepping zucht al sinds de zondeval, maar we zien dat wel heel schrijnend in onze tijd. Maar moeten wij de stem van de schepping zijn? De reeks hete zomers van de afgelopen jaren spreekt eigenlijk voor zich. Toch blijkt dat veel mensen daar doof voor zijn. Niet iedereen wil naar deze stem van God luisteren.

Ik vind het terecht om de zorg voor de schepping en voor het ongeboren leven beide te benoemen. Maar theologisch gezien is mijn belangrijkste motivatie niet het klimaat, mensen in Afrika of de toekomst van mijn kinderen, maar de eer van God. God is de Schepper. De schepping is van Hem. Daar moeten wij met onze vuile handen geen bende van maken. Dat is mijn hoofdmotivatie.

De Bijbel en de wereld zijn theocentrisch, ze hebben God als middelpunt. De weg waarin we zegen mogen verwachten, is ook theocentrisch. De nadruk ligt op bekering. Daarom heb ik er moeite mee dat er veel gesproken wordt over klimaatverandering waarbij het niet gaat over bekering tot God. Daar is geen zegen van te verwachten.”

Dik-Faber: „Eens. Het begint bij bekering tot God en het navolgen van Christus. Dat leidt tot verandering, tot een levensstijl die de Schepper de eer geeft en die niet verwoestend is voor het leven dat Hij geschapen heeft. Dat is de volgorde. Daarom vind ik het zo jammer dat het soms lijkt alsof het klimaatdebat door seculiere partijen gedomineerd wordt. Daardoor is bij kerken een vrees ontstaan om het over deze problematiek te hebben. Zorg voor de schepping hoort wat mij betreft tot het hart van ons geloof.”

Van Reenen: „Daarom zijn christenen bij uitstek geroepen om zich uit te spreken over de Schepper. Ze moeten waar dan ook vertellen dat de wereld van God is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer