Veevoer
Vieze varkens worden niet vet, luidt het spreekwoord. De betekenis van vies is hier kieskeurig, en dat is inderdaad niet de sterkst ontwikkelde eigenschap van varkens. Het voer is vaak een allegaartje. Een beetje gesjoemel met veevoer zal die beesten niet direct opvallen.Dat was wel het geval bij Wakker Dier, een organisatie die maandag de kat de bel aanbond. Nu staat die actiegroep niet bekend als een volstrekt onpartijdige waakhond, maar eerder als een bloedhond die de veehouderijsector met argusogen volgt. Eerder kwam Wakker Dier in het nieuws met dreigbrieven en minder sympathieke acties.
Dat is echter geen reden om het rapport dat maandag bekend werd, niet serieus te nemen. De bijna zestig pagina’s tellende inventarisatie van de aard, ernst en omvang van de zware milieucriminaliteit van 2001 tot 2003 is formeel nog vertrouwelijk. Het onderzoek begint met een weinig opwekkend citaat: „De officiële cijfers geven weinig zicht op de werkelijke milieucriminaliteit”, en besluit met de conclusie dat ernst en omvang van de grijze milieucriminaliteit groter zijn dan aan het licht komt. Redenen daarvoor zijn de regeldichtheid, de ingewikkelde milieuwetgeving, de geringe pakkans en de lage strafmaat.
Het rapport haalt oude koeien uit de sloot, dat is duidelijk. Zo is er in een van de bijlagen royaal aandacht voor de affaire in de zomer van 2002, toen varkensvoer besmet bleek met een hormoon, MPA, dat afkomstig was van een bedrijf in België. Gevolg: 50.000 gezonde varkens werden afgemaakt. De schade voor de sector bedroeg meer dan 100 miljoen euro. De affaire staat niet op zichzelf, zegt het rapport: „Medewerkers van de AID duiden de varkenssector aan als een van de grootste afvalverwerkers van Nederland.”
Die uitspraak is overdreven en lang niet alle gevallen van bijmenging leiden rechtstreeks tot gevaren voor de volksgezondheid. Bovendien was de opschudding die de MPA-affaire veroorzaakte een van de redenen om de richtlijnen aan te scherpen. Het zou echter naïef zijn om de problemen weg te wuiven met de bewering dat zulke misstanden niet meer voor kunnen komen. Temeer omdat de onderzoekers in het rapport zeggen dat dit slechts het topje van de ijsberg was en dat overtredingen van de wetgeving een structureel karakter hadden.
Het bevreemdt daarom dat deze inventarisatie zo lang vertrouwelijk is gebleven. Het verweer van minister Donner van Justitie dat publicatie de opsporing zou bemoeilijken, snijdt weinig hout. Het rapport is sterk geanonimiseerd en de minister had er bepaalde passages uit weg kunnen laten. Wanneer de minister uit eigen beweging had aangekondigd de naleving van de richtlijnen strenger te gaan controleren, was de imagoschade kleiner gebleven. En consumentenvertrouwen is zeer kwetsbaar.
Aan de andere kant is het onterecht om nu alle aandacht te vestigen op de sector van de veehouderij. Het rapport is veel breder en spreekt over een grote afvalverwerker die veel processen-verbaal krijgt, en over fraude bij het inventariseren van asbest, bodemsaneringen en het verwijderen van zuiveringsslib. Dat roept direct de vraag op of op die terreinen de regelgeving ook al voldoende is aangepast.