Begin dit jaar werd voor het eerst sinds 1960 weer een otter gesignaleerd in Nationaal Park De Biesbosch. Het mannetje wist zelf de weg te vinden naar het natuurgebied dat in de provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant ligt. Het wachten was daarna op een vrouwtje. Een natuurorganisatie besloot een handje te helpen en zette voor de zomer een vrouwtjesotter uit. Dat dier was vlak de geboorte aangetroffen in een gracht in Zwolle. Een wildopvangcentrum in Friesland bracht de babyotter met de fles groot en liet het daarna uitzetten in de Biesbosch, iets wat recentelijk naar buiten kwam.

Volgens Staatsbosbeheer is dit niet de manier om te zorgen voor groei van de otterpopulatie. „We hadden het liever anders gezien en dat het natuurlijke proces de ruimte had gekregen”, aldus boswachter Harm Blom. „De Biesbosch kan een heel geschikt leefgebied voor de otter zijn, mits wordt gewerkt aan een veiligere infrastructuur in en om het gebied. Want al die wegen vormen nu een groot risico voor iedere otter. Zo lang dat niet op orde is, werken wij niet mee aan het uitzetten van een nieuwe dierenpopulatie. De otter heeft laten zien dat het veel plekken zelf ook wel weet te bereiken.”

De gang van zaken heeft nu geleid tot kritische vragen van de BBB, SGP en JA21 aan het Zuid-Hollandse provinciebestuur. Ze spreken van „een misdrijf” en vragen of hier aangifte van wordt gedaan. „Sommige partijen wanen zich boven de wet en dat kan niet”, aldus de BBB, de grootste partij in Zuid-Holland.

De Natuur- en Vogelwacht Biesbosch, die betrokken is geweest bij de uitzetting van de vrouwtjesotter, laat in een schriftelijke reactie weten dat geen sprake is van een illegale actie en dat er geen overtredingen van de wet hebben plaatsgevonden.