Meditatie: Alziend God
Spreuken 15:3
„De ogen des Heeren zijn in alle plaatsen, beschouwende de kwaden en de goeden.”
Wat betekent nu dat Gods ogen de hele aarde doorlopen? Daarmee wordt bedoeld de snelheid of vaardigheid van Gods kennis. God kent de dingen niet trapsgewijs, zoals wij door redenering de ene conclusie uit de ander trekken, het onbekende uit het bekende, maar Hij weet en ziet alles in één ogenblik. Ook betekent die uitdrukking de algemeenheid van Zijn kennis. Immers: „Zij doorlopen de gehele aarde.” Niet één deel, niet één donkere hoek, niet één schuilplaats van uw hart is er, of God ziet het.
Dat is nu de verklaring van dit ene deel van het vers. De verklaring hiervan is: dat het een wezenlijke eigenschap in God is om te zien en te kennen, zeker, onfeilbaar en in het algemeen alle mensen en alle dingen over de gehele aarde.
Daaruit leren we dus dat God een alziend God is. Misschien denkt u dat dit algemeen is, omdat iedereen het gelooft, en niet veel uitleg nodig heeft. Maar voordat ik aan het einde zal komen, zal ik u tonen hoe velen schuldig zijn aan ongeloof in de praktijk. Ze leven alsof er geen alziend God in de wereld was. Ik wil bewijzen dat God een alziend God is: „De ogen des Heeren zijn in alle plaatsen, beschouwende de kwaden en de goeden” (Spreuken 15:3). „Want Zijn ogen zijn op ieders wegen, en Hij ziet al zijn treden” (Job 34:20-21).
Christopher Love, predikant te Londen
(”De alomtegenwoordigheid en alwetendheid Gods”, 1690)