HHK Nederhemert niet ontvankelijk
De rechtbank in Arnhem heeft gisteren de hersteld hervormde gemeente van Nederhemert en zeven hersteld hervormde kerkleden niet ontvankelijk verklaard in een zaak die ze hadden aangespannen tegen de Protestantse kerk in Nederland en de Stichting Mechanisatie Registratie en Administratie (SMRA).
De rechter wees er in zijn overwegingen op dat leden die de PKN willen verlaten, zich moeten laten uitschrijven door de kerkenraad van de hervormde gemeente Nederhemert (in de PKN). Bij afwezigheid daarvan kan dit ook worden gedaan door het breed moderamen van de classis Bommel of door de commissie bijzondere zorg, die beide volgens de rechtbank bevoegd zijn voor de hervormde gemeente Nederhemert op te treden.De hersteld hervormde gemeente was een rechtszaak begonnen tegen de PKN en de SMRA, die de ledenregistratie van de PKN verzorgt, omdat haar leden ingeschreven staan in de registers van de PKN. Die registratie heeft plaatsgevonden ondanks het feit dat de kerkenraad van Nederhemert op 10 maart 2004 (anderhalve maand voor de fusiedatum) richting de PKN en de SMRA had aangegeven geen deel te willen uitmaken van de Protestantse Kerk. Ook liet de kerkenraad op die datum weten dat hij en de leden van de hervormde gemeente Nederhemert –uitgezonderd de leden die te kennen hadden gegeven dat zij wel in de PKN „wensten meegenomen te worden”– niet instemden met enige registratie of verwerking na 30 april 2004 van hun persoonlijke gegevens betreffende hun godsdienst of levensovertuiging. Nu dit laatste wel is gebeurd, besloten de hersteld hervormde gemeente en zeven hersteld hervormde kerkleden, met een beroep op de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), de kwestie bij de burgerlijke rechter aanhangig te maken.
De hersteld hervormde gemeente wendde zich tot de rechter als ”de hervormde gemeente Nederhemert, zich thans noemende de hersteld hervormde gemeente Nederhemert”. Zij beschouwt de hervormde gemeente Nederhemert en de hersteld hervormde gemeente Nederhemert als een en dezelfde rechtspersoon. Tijdens de rechtszitting van 17 januari legde de advocaat van de PKN en de SMRA, mr. G. C. W. van der Feltz, hier de vinger bij. Volgens hem had alleen het „kennelijk nieuw gevormde kerkgenootschap” de hersteld hervormde gemeente Nederhemert –en niet de hervormde gemeente in die plaats– een machtiging gegeven om de rechtszaak tegen de PKN en SMRA te voeren.
De rechtbank sprak gisteren uit dat de Protestantse Kerk en de SMRA juridisch gezien het gelijk aan hun kant hebben. Als uitgangspunt hierbij nam de rechter dat het opgaan van de Nederlandse Hervormde Kerk (NHK) in de Protestantse Kerk door het op 12 december 2003 genomen fusiebesluit definitief is geworden. Van de hersteld hervormden in Nederhemert mag volgens de rechtbank worden verwacht „dat zij zich naar de regels van het recht en volgens democratisch principe neerleggen bij genomen meerderheidsbesluiten. Dat betekent tweeërlei. O´f zij maken voortaan deel uit van de PKN, óf zij volgen de NHK niet in de meerderheidsbesluiten en zullen voortaan verder moeten gaan in een eigen (nieuw te vormen) kerkgenootschap.”
Dat laatste hebben de hersteld hervormden volgens de rechtbank „in feite al gedaan door de vorming van de hersteld hervormde gemeente Nederhemert.” De rechtbank sprak uit dan ook niet te aanvaarden dat de hervormde gemeente per 1 mei 2004 is overgegaan in de hersteld hervormde gemeente.
De lidmaten van de hervormde gemeente Nederhemert die te kennen hebben gegeven sedert 1 mei 2004 wél deel te willen uitmaken van de PKN zijn sedertdien volgens de rechtbank de hervormde gemeente Nederhemert blijven vormen. Volgens de hersteld hervormden gaat het om achttien leden; de PKN zegt dat het er meer zijn.
In zijn overwegingen stelt de rechtbank dat de hersteld hervormde gemeente Nederhemert („als nieuw gevormd kerkgenootschap”) als zodanig nooit in de PKN registers is opgenomen. De rechtbank komt tot de conclusie dat de hersteld hervormden die de ledenregistratiekwestie aanhangig hebben gemaakt, bij gebrek aan belang, niet ontvankelijk moeten worden verklaard in hun verzoek.
Het is de rechtbank wel voldoende gebleken dat de hersteld hervormde gemeente Nederhemert en de zeven individuele hersteld hervormden uitgeschreven willen worden uit de landelijke registers van de PKN. De rechter verwijst hierbij naar de kerkelijke regels die hiervoor binnen de PKN gelden. Daaruit volgt volgens de rechtbank dat met het lidmaatschap van de plaatselijke hervormde gemeente onlosmakelijk is verbonden het lidmaatschap van de PKN en dat slechts de kerkenraad van de hervormde gemeente bevoegd is leden uit te schrijven.
Dat degenen die de rechtszaak aanspanden het met deze kerkelijke route niet eens zijn omdat zij ervan uitgaan dat de hervormde gemeente Nederhemert is overgegaan in de hersteld hervormde gemeente Nederhemert kan volgens de rechtbank in het kader van de aangespannen procedure niet worden aanvaard.
Voor de beantwoording van de vraag of kerkelijke regels op dit punt strijdig zijn met de wet dient volgens de rechtbank een andere rechtsgang te worden gevolgd. Een zogenoemde ”verklaring voor recht” procedure loopt inmiddels bij de Utrechtse rechtbank. Hiermee hopen hersteld hervormden te bereiken dat ze hun naam ”hervormde gemeente” en hun kerkelijke goederen mogen behouden.