Donner reageerde daarmee op de uitspraak van de ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam. Die verbood eind vorige week een aantal bezuinigingsmaatregelen van de minister. Het gaat om het verkleinen van het aantal groepsleiders per behandelgroep en het vergroten van de te behandelen groepen.

Donner, die de uitspraak nog moet bestuderen, benadrukte dat de uitspraak de maatregelen betreft, maar dat de Ondernemingskamer de bezuinigingen zelf niet verboden heeft. Hij gaat op zoek naar andere maatregelen.

De minister zei verder niet te kunnen ingaan op het plan van Amsterdamse jeugdinstellingen om het gebouw van jeugdgevangenis ’t Nieuwe Lloyd te gebruiken voor de behandeling van jongeren met ernstige psychiatrische en gedragsproblemen. Donner sloot ’t Nieuwe Lloyd, omdat er sprake was van een onverantwoorde en onherstelbare situatie, waardoor de wettelijke taken niet goed werden uitgevoerd. Dit wil echter niet zeggen dat er in de regio Amsterdam geen behoefte is aan een dergelijke inrichting, zo hield de minister de Tweede Kamer voor.

Donner komt nog in februari met een voorstel om de behandeling van niet–criminele jongeren met ernstige problemen mogelijk te maken, terwijl ze in een jeugdgevangenis zitten. Op dit moment zitten veel jongeren zonder criminele achtergrond in een jeugdgevangenis, omdat er geen plek voor ze is in de jeugdzorg.

Staatssecretaris Ross–Van Dorp (Volksgezondheid) beloofde de Kamer dat de wachtlijsten van de meldpunten kindermishandeling nog voor het eind van dit jaar weggewerkt zullen zijn en dat kinderen dan binnen vijf dagen geholpen worden. Ze steunde het plan om slachtoffers van kindermishandeling voorrang te geven in de jeugdzorg. In bepaalde provincies, zoals Zuid–Holland, gebeurt dit al. Volgens Ross heeft Zuid–Holland geen wachtlijsten meer.

Ross zei verder dat de andere wachtlijsten in de jeugdzorg eind 2006 helemaal weggewerkt moeten zijn. Ze is echter niet van plan daar nog meer extra geld voor uit te trekken. Successen uit het land moeten tot norm worden, hield ze de Kamer voor.

Als voorbeeld noemde ze de provincie Limburg. Daar is gebleken dat kinderen na twee jaar geen baat meer hebben bij verblijf in een jeugdinternaat en dat behandeling in een dagcentrum na een jaar ook geen zin meer heeft. In Limburg krijgen deze kinderen nazorg thuis of worden ze in een pleeggezin geplaatst. Dit heeft een besparing van 8 miljoen euro opgeleverd.