Nederlanders Irak denken langzaam aan thuis
De knop kan om voor de 1600 Nederlanders in Irak. Na de in ’hun’ provincie al Muthanna rustig verlopen verkiezingen van zondag, kunnen de voorbereidingen op de terugkomst naar Nederland medio maart nu echt beginnen.
Wekenlang waren de militairen van de luchtmobiele brigade bezig om samen met het Iraakse leger en de politie de verkiezingen veilig te laten verlopen. Nu die klus met succes is afgerond, is de belangrijkste dag van de vijfde lichting Nederlandse SFIR–militairen achter de rug en kan langzaam gedacht worden aan thuiskomen.
Commandant F. van Dooren kijkt tevreden terug. „Het is rustig in onze provincie en dat is te danken aan negentien maanden inzet van de ’BV Nederland’. We hebben met twee dodelijke slachtoffers (sergeant–1 Dave Steensma op 10 mei 2004 en wachtmeester Jeroen Severs op 14 augustus 2004, red.) een hoge prijs betaald. Maar we kunnen trots zijn op wat we overdragen aan onze opvolgers. Of we langer hadden moeten blijven? Ik ben maar een simpele uitvoerder. Dat is aan de politiek. Maar straks zijn wij militairen weer beschikbaar voor nieuwe brandhaarden in de wereld", aldus de luitenant–kolonel.
Van Dooren nam het commando van zijn eerste buitenlandse missie begin november vorig jaar over van zijn voorganger K. Matthijssen. Die liet een provincie achter waarin het vooral onrustig was in de stad ar Rumaythah. Daar liepen Nederlandse militairen op 14 augustus vorig jaar in een hinderlaag. Wachtmeester Jeroen Severs van de Koninklijke Marechaussee werd in een regen van kogels gedood. Vijf andere militairen raakten die avond gewond.
Inmiddels is ar Rumaythah bijna een oase van rust. Zozeer zelfs, dat de Tijgercompagnie daar deze week zonder problemen te voet kon patrouilleren met een Nederlandse journalist in hun gevolg. Tot voor kort was dat onmogelijk. Van Dooren heeft een gedeeltelijke verklaring voor de omslag. „De vorige compagnie was getroffen door de hinderlaag rond Jeroen Severs. Wij konden beginnen met een schone lei en konden nieuwe relaties aangaan in ar Rumaythah. Bovendien zijn er twee Irakese kopstukken uit Rumaythah vertrokken die een negatieve hoofdrol hadden gespeeld".
Daarnaast heeft de stad een nieuwe politiecommissaris en is de gouverneur zowel door minister Kamp als door chef defensiestaf generaal D. Berlijn flink „de oren gewassen" over de hinderlaag van 14 augustus. Het is volgens Defensie aannemelijk dat inwoners van ar Rumaythah en mogelijk ook politiefunctionarissen van de voorbereidingen op die aanval hebben geweten, maar verzuimd hebben de Nederlanders te waarschuwen.
De Iraakse autoriteiten hebben dat overigens enige dagen geleden ontkend tegenover het ANP. Zowel de politiecommissaris in ar Rumaythah als de commandant van het leger in die stad verklaarde dat de Nederlanders in de dagen voor 14 augustus wel degelijk zijn gewaarschuwd voor gevaren tijdens avondlijk optreden in ar Rumaythah. Die risico’s hingen samen met de strijd in de Zuid–Iraakse stad Najaf tussen sjiietenleider Muqtada al Sadr en Amerikaanse eenheden.
Volgens Defensie was de dreiging van het overslaan van geweld van Najaf naar het Nederlands gebied bekend, maar is nooit specifiek gewaarschuwd voor de hinderlaag die Jeroen Severs het leven heeft gekost.
De politiecommissaris van Rumaythah wist eerder van geen enkele vooruitgang in het Iraakse onderzoek naar de moordenaars van Severs, maar volgens Van Dooren loopt dat nog steeds en zijn er rechtshulpverzoeken aan Nederland gedaan voor bepaalde documenten. De acht verdachten die kort na de aanval door de Nederlanders waren aangehouden, zijn kort daarna door de Britten vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs.
Wat na de verkiezingen voor de Nederlandse militairen voor de deur staat, is de ’megaoperatie’ van de afbouw van de missie. In totaal moeten 1800 militairen terug met zeshonderd voertuigen. Vanuit Koeweit gaan 1100 containers op vier container– en transportschepen de komende maanden terug naar Nederland.
Op 7 maart draagt Van Dooren het commando over aan zijn Britse opvolger. Nog een week blijven zijn manschappen operationeel om geleidelijk de patrouilles over te dragen aan de Britten. Van Dooren verhuist begin april waarschijnlijk naar de helikopterbasis Tallil, waar de Nederlandse Apaches nog tot half april inzetbaar zijn. Direct daarna verhuist de commandant naar de logistieke basis in Koeweit.
Half mei komt hij met de laatste militairen terug naar Nederland, waar hem in de zomer waarschijnlijk een kantoorbaan bij Defensie in Den Haag wacht. „Met deze missie heb ik het voorlopige hoogtepunt uit mijn loopbaan wel achter de rug", aldus Van Dooren.