’Volgens VN geen genocide in Darfur’
Een langverwacht onderzoeksrapport van de Verenigde Naties naar mensenrechtenschendingen in de Sudanese regio Darfur beschrijft het geweld niet als genocide. Dat heeft de Sudanese minister van Buitenlandse Zaken, Mustafa Osman Ismail, maandag gezegd.
„We hebben een kopie van het rapport en ze zeggen niet dat er sprake is van genocide", aldus de bewindsman in de wandelgangen van een top van de Afrikaanse Unie in de Nigeriaanse hoofdstad Abuja. Ismail zei dat het rapport een lijst bevat met namen van personen die voor wreedheden verantwoordelijk worden gehouden. Hij liet zich niet uit over personen die op die lijst staan.
Secretaris–generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties heeft het rapport over Darfur in handen. De verwachting is dat de VN de notitie deze week openbaar maken, nadat ze in de Veiligheidsraad aan de orde is gesteld. Annan adviseerde de Veiligheidsraad zondag sancties te overwegen tegen Sudan voor „grove schendingen van de mensenrechten" in Darfur.
De burgeroorlog en het daarmee gepaard gaande geweld van Arabische milities tegen de zwarte bevolking van Darfur heeft het afgelopen jaar ten minste 70.000 personen het leven gekost. De regering en de rebellengroepen JEM en SLA/M in Darfur hebben herhaaldelijk vredesoverleg gevoerd. Tot dusver leverden de onderhandelingen geen concreet resultaat op. Ismail zei dinsdag dat de besprekingen in februari worden hervat. Een JEM–woordvoerder liet zich in voorzichtiger bewoordingen uit. De woordvoerder zei dat de guerrillabeweging een uitnodiging voor vredesoverleg in overweging zal nemen.
Achter de schermen woedt al diplomatiek gesteggel over het vervolg dat de Veiligheidsraad aan het rapport over Darfur moet geven. Canada, Australië en Nieuw–Zeeland vragen de Veiligheidsraad in een maandag gepubliceerde brief de zaak voor te leggen aan het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag. De VS hebben echter al te kennen gegeven dat zij geen maatregelen zullen steunen die de geloofwaardigheid van het ICC vergroten. Washington is voor een nieuw, tijdelijk tribunaal naar het voorbeeld van het Joegoslavië– en het Rwanda–Tribunaal.
Vooral Europese landen zijn volgens diplomatieke bronnen geenszins geneigd zo’n voorstel te steunen. Zij betalen immers al tientallen miljoenen voor het ICC, het eerste pernamente hof voor oorlogsmisdaden, dat ook hun diplomatieke steun geniet.