Jordaanse christenen oneens over vrouwenrechten
In het Jordaanse parlement wordt sinds enige tijd gediscussiëerd over vrouwenrechten. Met name vertegenwoordigers van het met de Jordaanse Moslimbroeders verbonden Islamitisch Actie Front zijn tegen iedere verandering, omdat het familierecht gebaseerd is op het islamitisch recht of de sharia. In Jordanië ligt volledige gelijkheid van mannen en vrouwen voor de wet extra gevoelig.
Het behoort tot de zelden of nooit besproken geheimen van het land dat waarschijnlijk zo’n 80 procent van de bevolking van origine Palestijns is. De oorspronkelijke Jordaniërs –ook wel Eastbankers genoemd– vrezen niet geheel ten onrechte dat hun land in de toekomst een alternatief Palestina zou kunnen worden. Volgens de islamitische sharia is het de vader die zijn nationaliteit doorgeeft aan zijn kinderen. De kinderen van een Jordaanse man die met een Palestijnse vrouw is gehuwd, verkrijgen dus de Jordaanse nationaliteit. Dit geldt echter niet voor Jordaanse vrouwen die met een Palestijnse man zijn getrouwd. Hun kinderen worden in principe statenloos. De volledige gelijkstelling van mannen en vrouwen voor de wet ligt dus in Jordanië uiterst gevoelig, want dit zou namelijk betekenen dat ook Jordaanse vrouwen de nationaliteit zouden kunnen doorgeven aan hun nageslacht. De weerstand hiertegen heeft dus niet per definitie iets te maken met vrouwenhaat.
Scheiding
De strijd over vrouwenrechten kreeg enkele weken geleden een nieuwe dimensie door kerken in Jordanië die een wetsvoorstel indienden betreffende erfrecht. Alle Jordaniërs, ongeacht religieuze denominatie, zijn gebonden aan de Jordaanse constitutie, maar familierecht valt hier niet onder. Voor bijvoorbeeld scheidingen of alimentatieverplichtingen gaan moslims naar islamitische rechtbanken en christenen naar kerkelijke rechtbanken.
Nog een gevoelig onderwerp: scheidingen lopen bij islamitische rechtbanken altijd gemakkelijker dan bij kerkelijke rechtbanken, die feitelijk bij uitzondering instemmen met een scheiding. Het komt daarom niet zelden voor dat christelijk gehuwden die willen scheiden besluiten dat een van hen zich tot de islam bekeert. Vervolgens valt hun scheiding onder een islamitische rechtbank.
Erfenis
Erfrecht valt echter ook voor christenen onder de islamitische sharia, die bepaalt dat vrouwelijke erfgenamen altijd de helft erven van mannen. En als overleden ouders uitsluitend dochters hadden, gaat een gedeelte van de erfenis naar ooms en neven in de familie. Het wetsvoorstel van de ”Councils of Christian Denominations” in Jordanië beoogt aan deze situatie een einde te maken: gelijke erfrechten voor zonen en dochters. Maar in Jordanië zijn veel christenen tegen deze wetswijziging.
Wanneer een dochter huwt, trouwt ze in de familie van haar echtgenoot, wiens achternaam ze aanneemt. Ze verlaat als het ware haar ouderlijke familie, die vaak wenst dat bezittingen binnen de eigen familie blijven. Dat betekent dat de zonen geld en goederen erven. Volgens de sharia hebben dochters recht op de helft van wat hun broers erven, maar in de praktijk komt men ook tegen dat families deze dochters onder druk zetten om ook van deze helft af te zien. Hun echtgenoten zullen immers binnen hun eigen families erven wanneer hier de ouders overlijden. Het probleem voor zowel christelijke als islamitische vrouwen in Jordanië is dus vooral wat wel wordt omschreven als een patriarchale mentaliteit.