Zwijgen over Kamp Amersfoort
Vader Rensink moet het zwaar gehad hebben in Kamp Amersfoort. De gevangenen werden mishandeld. Maar hij heeft er nooit iets over verteld. Hij wilde het niet. Of hij kon het niet.
Henk Rensink uit Apeldoorn probeert al jaren te reconstrueren wat zijn vader tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt. Nu is hij op zoek naar nazaten van medegevangenen, in de hoop dat hun vaders wél praatten over de oorlog.
Velen deden dat niet. Het was te pijnlijk. Of ze gingen over tot de orde van de dag. Of al hun aandacht werd opgeslokt door de wederopbouw na de oorlog.
Jan H. Rensink zei ook niets. Zijn kinderen weten dat hij werd opgeroepen om voor de Duitsers te werken, en dat hij niet ging. „Hij heeft wel twintig oproepen van de Arbeidsdienst in de kachel gegooid”, zegt zijn zoon.
De Duitsers kwamen de werkweigeraars zoeken. Het liefst tijdens een nachtelijke overval. „Dan stond ons huis opeens in de schijnwerpers. De overvallen werden uitgevoerd door bewakers uit Kamp Erica, onder wie veel Amsterdammers.”
Kamp Erica
De 27-jarige Rensink zat in een uitgegraven schuilhut bij de buren. Hij werd niet gevonden. Waarschijnlijk kon zijn vrouw de spanning van de overvallen echter niet meer aan. Waarschijnlijk, want ook zij heeft nooit iets over die tijd verteld. In elk geval, haar man kwam tevoorschijn en meldde zich bij de bezetter. Het was 1943.
Twee nachten zat Rensink opgesloten in het Apeldoornse politiebureau. „In Ommen zullen ze je wel leren werken”, kreeg hij te horen toen hij naar Kamp Erica werd gestuurd.
Eind september 1943 moest hij naar het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort (PDA.). „Wekelijks vertrok er een transport van zo’n 100 gevangenen vanuit Ommen per trein naar Amersfoort”, zegt zijn zoon. „De Amersfoorters kenden de trieste aanblik van de colonnes lamgeslagen mensen die de ruim drie kilometer van het station naar het kamp aan de Appelweg in Leusden moesten lopen. In het kamp zwaaiden SS’ers de scepter die bewaker in concentratiekamp Dachau waren geweest.”
Zoon Rensink weet het uit alle bronnen over het kamp die hij heeft geraadpleegd. Persoonlijke informatie over zijn vader is er echter nauwelijks. „De Duitsers hebben de paperassen uit Kamp Amersfoort meegenomen naar Den Haag en daar zoveel mogelijk vernietigd. Onlangs ben ik op vliegveld Deelen geweest. Vader heeft daar dwangarbeid verricht.”
Rensink speurde in het Nationaal Archief in Den Haag en in de archieven van oorlogsinstituut NIOD in Amsterdam. Tevergeefs. Uit een Duits archief kwam echter de transportkaart van zijn vader tevoorschijn.
Ontvlucht
Jan Rensink was bloemist, maar die hadden ze in Duitsland niet nodig. Toen de Duitsers vroegen of hij kon autorijden, loog hij dat hij dat niet kon. Zo hoopte hij op de motorschool in Deventer te komen en daar een gelegenheid te vinden om te ontvluchten.
De gevangene kreeg te horen dat hij na zes weken Deventer naar Duitsland zou worden gestuurd. Hij schreef aan zijn vrouw dat hij op 22 oktober naar Deventer zou worden gebracht. Prompt ging ze daarnaartoe. Ze had een koffer met extra kleding meegebracht. Die liet hij haar echter mee terugnemen, want tijdens zijn vlucht kon hij extra ballast niet gebruiken.
Uit de transportkaart blijkt dat hij toch op transport is gesteld naar Berlijn. Onderweg heeft hij echter weten te vluchten. Hoe en waar, dat is tot nu toe niet bekend. De rest van de oorlog hield hij zich weer schuil in de hut bij zijn buren.
Lotgenoten
Wat weet de familie nu? Dat hun vader in Amersfoort kampnummer 1752 had. En dat de nummers 1750, 1751 en 1753 tot en met 1760 tegelijk met vader Rensink opgesloten zaten; dat blijkt uit hun transportkaarten. De website van Herinneringscentrum Kamp Amersfoort vertelt wie die mensen zijn. Vijf van hen kwamen ook uit Apeldoorn, net als Rensink. Zijn zoon hoopt dat de nakomelingen van deze tien gevangenen contact met hem zoeken en informatie hebben voor het boek dat hij over zijn vader schrijft.
Hoe hebben de oorlogsgebeurtenissen het verdere leven van zijn vader gestempeld? En hoeveel gaf hij daarvan onbewust door aan de volgende generatie? Die vragen zijn moeilijk te beantwoorden. „Ze houden me wel bezig.”
> henkrensink.nl