Een kerk móét een altaar of beeld hebben, zegt Italiaanse fiscus
In Italië staat vrijheid van godsdienst in de grondwet. In de praktijk echter hebben niet-rooms-katholieke kerken het zwaar, blijkt uit een artikel op de website Evangelical Focus.
Daar beschrijft de journaliste Rachel Wierenga de kwestie van Breccia di Roma, een kleine evangelische gemeente. Die gemeente kocht in 2016 een oud winkelpand in Rome, waar het een ontmoetingsplaats en kerk van wilde maken. Om een lening te kunnen sluiten om het gebouw te bekostigen, had de gemeente merkwaardigerwijze eerst een handtekening van de plaatselijke bisschop nodig.
Eindeloos conflict
Na de aankoop van het gebouw volgde, aldus Evangelical Focus, een eindeloos conflict met de belastingdienst. De kwestie waar het om draait, is dat kerkgebouwen in Italië een belastingvrije status hebben. Volgens de Italiaanse fiscus echter kan het voormalige winkelpand van Breccia di Roma geen kerk zijn omdat het de „intrinsieke kenmerken van religieuze gebouwen” mist, zoals iconen, kaarsen, altaren en beelden.
Wat de evangelische gemeente ook betoogde, namelijk dat protestantse gebedshuizen zich kenmerken door soberheid en dat het gebouw bovendien een multifunctionele ruimte is die behalve voor de eredienst ook voor andere samenkomsten wordt gebruikt; het kon de Italiaanse belastingdienst niet overtuigen. Deze ruimte kón geen kerk zijn, omdat hij niet paste bij het idee dat belastingambtenaren hebben van de gebruikelijke rooms-katholieke kerken.
De ene rechtszaak volgde op de andere. Want hoewel de rechter de evangelische gemeente keer op keer gelijk gaf, ging de belastingdienst telkens weer in hoger beroep. Met, alsof zij Oost-Indisch doof was, exact hetzelfde argument. Ook de tegenwerping dat joodse en islamitische gebedshuizen evenmin alle monumentaal, historisch of voorzien van altaren en beelden zijn, vermocht de fiscus niet te vermurwen.
Advocaatkosten
De telkens weer terugkerende juridische procedures kostten Breccia di Roma inmiddels ruim 12.000 euro aan advocaatkosten, schrijft Rachel Wierenga over de rechtsgang die nog altijd niet ten einde is: in mei ging de belastingdienst opnieuw in hoger beroep. Het commentaar van de voorganger van de gemeente, Leonardo de Chirico: „Als minderheid moet je twee tot drie keer zo hard werken om toegang te krijgen tot wat andere groepen ook hebben”.
De kwestie van Breccia di Roma staat niet op zichzelf, betoogt, Wierenga. De journaliste somt diverse andere voorbeelden op van kerkgenootschappen of gemeenten die door de Italiaanse overheid of belastingdienst worden tegengewerkt. Zij verwijst daarbij naar een door de Evangelische Alliantie opgesteld rapport dat de vinger legt bij discriminatie van religieuze minderheden in Italië.
De schrijvers van dat rapport wijzen erop dat de Italiaanse grondwet al in 1948 vrijheid van godsdienst beloofde, maar dat het land de achterliggende 75 jaar nooit een wet inzake godsdienstvrijheid heeft aangenomen die verduidelijkt wat die vrijheid nu precies inhoudt.
Die lacune biedt ruimte aan de overheid om –het is maar een voorbeeld– iemand pas als een religieuze leider te beschouwen wanneer zijn kerk minstens vijfhonderd leden telt. De schrijvers van het rapport: „Volgens dit vereiste zouden Jezus en Zijn twaalf discipelen dus geen religieuze leiders zijn geweest”.