„Reiziger slachtoffer van marktwerking”
Reizigers zijn het slachtoffer geworden van aanbestedingen in het openbaar vervoer. Klanten klagen over te kleine bussen, gemiste aansluitingen en extra overstappen. Ook voor het personeel heeft de marktwerking weinig goeds opgeleverd.
Een en ander blijkt uit een vrijdag gepubliceerd onderzoek van bureau WVM in opdracht van FNV Bondgenoten.
In 2000 ging de Tweede Kamer akkoord met het aanbesteden van regionaal openbaar vervoer. Dit is vastgelegd in de Wet personenvervoer. Sindsdien zijn in veel regio’s de buslijnen naar de vervoerder met het beste bod gegaan. Arriva, Connexxion en BBA hebben het grootste deel van de markt in handen.
De verwachting was vijf jaar geleden dat de dienstverlening met aanbestedingen zou verbeteren. Niets is echter minder waar, stelt FNV Bondgenoten. „Een goed openbaar vervoer is met de aanbestedingen verder weg dan ooit”, vindt bestuurder R. van Baden.
Vervoerbedrijven hebben de neiging om na het binnenhalen van een concessie kleiner materieel in te zetten. De kosten van kleinere bussen liggen lager en het personeel kan dan volgens een slechtere CAO worden ingezet, zo blijkt uit het onderzoek van WVM. Bovendien moeten reizigers veel vaker overstappen en is de uitval van bussen groot door gebrek aan personeel.
Uit een enquête onder 2700 chauffeurs kwam naar voren dat de meeste werknemers ongelukkig zijn met de aanbestedingen. Ze moeten langer werken en ze hebben minder pauzetijd. Ook klagen ze over een toegenomen onveiligheid.
Bestuurder Van Baden wil dat er helemaal wordt gestopt met het systeem van aanbestedingen. Het openbaar vervoer mag volgens hem geen proeftuin zijn, waar onkundige overheden en bedrijven alleen maar aan bezuinigingen denken.