COGG doet beroep op PKN en HHK
Het Contactorgaan Gereformeerde Gezindte (COGG) doet „een dringend beroep” op de synodebesturen van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) om de afgebroken gesprekken te heropenen. Dat meldt het platform van orthodox-gereformeerde kerken in een persbericht.
Het COGG zegt mee te lijden vanwege de ontwikkelingen in beide kerkverbanden. „Goede verhoudingen staan onder geweldige druk. Broeders van hetzelfde huis gaan niet meer samen en niet altijd wordt er op broederlijke wijze met elkaar gecommuniceerd.” Het platform doet een dringend beroep op beide moderamina „om de gesprekken weer te heropenen en in biddend opzien tot de God van het verbond, en de Heere navolgend, de mogelijkheden te onderzoeken om tot goede afspraken te komen. Het zal, wil het tot zegen zijn, in de weg van boetvaardigheid en ootmoed plaats moeten vinden”, aldus het COGG.
De moderamina van de PKN en de HHK besloten vorige week vrijdag hun samensprekingen te beëindigen. Breekpunt was een voorstel dat die dag tijdens een gezamenlijk overleg op tafel lag om te komen tot een regeling voor de ledenadministratie.
Reeds geruime tijd voerden de synodebesturen van de beide kerken overleg om te komen tot een oplossing voor diverse geschilpunten. Een belangrijk gesprekspunt tijdens de bijeenkomsten, die sinds oktober 2004 werden gehouden, was een regeling voor de ledenadministratie. Volgens de kerkorde van de Nederlandse Hervormde Kerk konden alleen individuele gemeenteleden besluiten hun lidmaatschap van de landelijke kerk op te zeggen. Kerkenraden konden, volgens de kerkorde, die beslissing niet nemen voor de hele gemeente.
De Hersteld Hervormde Kerk is van mening dat dat wel kon. Wanneer de kerkenraad van een plaatselijke hervormde gemeente voor 1 mei 2004 in meerderheid besloot niet mee te gaan in de PKN, is deze gemeente volgens de HHK de voortzetting van de hervormde gemeente. Een aantal gemeenten is om de zienswijze van de Nederlandse Hervormde Kerk in deze kwestie aan te vechten, de zogenaamde ”verklaring voor recht”-procedure gestart. Hiermee hopen ze te bereiken dat ze hun naam ”hervormde gemeente” en hun kerkelijke goederen mogen behouden. Deze procedure loopt nog bij de rechtbank in Utrecht.
Sinds mei 2004 is er een aantal kort gedingen gevoerd waarin de vraag centraal stond wie zich de wettige voortzetting van de hervormde gemeente mocht noemen. De rechter heeft daarbij steeds de hervormde gemeente in de Protestantse Kerk als de wettige voorzetting aangewezen en dus ook als eigenaar van de kerkelijke goederen.
Het voorstel dat een week geleden door beide synodebesturen besproken is, voorzag erin dat in een plaats de kerkenraden van de hervormde gemeente en van de hersteld hervormde gemeente gezamenlijk de leden aan zouden schrijven met de bedoeling helderheid te krijgen bij welke gemeente ze willen behoren. De leden van het HHK-moderamen die zitting hadden in de commissie die dit voorstel had voorbereid, hadden tegen het uiteindelijke voorstel verzet aangetekend. Zij bleven bij het standpunt van de HHK dat kerkenraden voor de gemeenten besluiten konden dat zij niet in de Protestantse Kerk wilden opgaan. Het voorstel dat vorige week op tafel lag, zou volgens hen dat kerkenraadsbesluit ondergraven. Zowel het moderamen van de HHK als dat van de PKN kwam vorige week vrijdag tot de conclusie dat verder praten geen zin had.
In zijn oproep aan beide synodebesturen benadrukt het COGG-bestuur dat het „moet gaan om de goedkeuring van de Heere, Die de beide kerkverbanden, de beide houten, in Zijn hand houdt.” Het platform schrijft te bidden om de verhoring van het slot van Ezechiël 37:19b: „en zal ze maken tot een enig hout; en zij zullen één worden in Mijn hand.” „Dan wordt in woord en daad zichtbaar dat we niet onszelf zoeken, maar dienstbaar willen zijn aan de uitbreiding van Gods Koninkrijk”, aldus het COGG.