”Oude politiek” vaak lege term
Lilian Marijnissen is opnieuw aangewezen als lijsttrekker van de SP. In haar toespraak heeft ze uitgehaald naar Frans Timmermans, de man die zeer waarschijnlijk haar grote concurrent op links zal zijn. Ze herinnerde aan de samenwerking die Timmermans in het verleden als PvdA-minister heeft gehad met de VVD. In fel getoonzette woorden somde Marijnissen de „miskleunen” van Timmermans op. „Allemaal oude politiek.”
Nu de verkiezingsstrijd op stoom begint te komen, is het voor verschillende partijen kennelijk noodzakelijk te onderstrepen dat ze willen breken met de ”oude politiek”. Die term lijkt te worden gebruikt als een soort toverwoord. Zo van: oud is fout en nieuw is goed.
Belangrijke vraag is echter wat men precies met de term ”oude politiek” bedoelt. Voor de een is dat een gebrek aan transparantie, voor de ander het neoliberalisme dat de kabinetten Rutte zou stempelen en voor weer iemand anders een politiek van loze beloften.
En inderdaad, dat zijn allemaal elementen die de achterliggende jaren aanwezig waren in de politieke cultuur in ons land. De uiterst trage en haperende afhandeling van de toeslagenaffaire, de slepende kwestie rondom het Groninger gas en de versobering van allerlei sociale voorzieningen zijn daarvan enkele voorbeelden.
Nu klinkt het mooi om te roepen dat er een streep moet door de oude politiek, maar de vraag is of dit gaat lukken op die punten die nu als bewijs dienen voor het failliet van de oude manier van politiek bedrijven.
Kiezers moeten zich realiseren dat enkele van deze verwijten, die vooral van de kant van de oppositie worden gemaakt, ook wel gemakkelijk zijn. Te gemakkelijk. Transparantie is goed, maar niet alles kan in de openbaarheid worden besproken. Soms is het nodig onder vier ogen elkaars nieren te proeven en vertrouwelijk met elkaar te spreken. Dat geeft vaak meer resultaat dan voor de camera standpunten uit te wisselen.
Evenzo blijkt vaak dat beloften die vanachter de katheder in de Tweede Kamer zijn gedaan, bij de uitvoering ingewikkelder zijn dan men dacht. Kamerleden dwingen bewindslieden soms tot het doen van beloftes, die achteraf bezien niet goed uitvoerbaar blijken te zijn vanwege de ingewikkelde harde werkelijkheid. Beide partijen zouden hiermee met meer wijsheid moeten omgaan.
Dat neemt niet weg dat het electoraat naar verandering hunkert. De kiezer heeft zo langzamerhand schoon genoeg van politieke spelletjes en de polarisatie. Het elkaar vliegen afvangen en het zoeken naar venijn bij de ander brengen het land niet verder. Dat beseft de kiezer terdege.
Vooral jongeren, maar ook ouderen, verlangen naar politici die vanuit idealen of beginselen het beste voor het land zoeken; die bereid zijn daarvoor met anderen samen te werken en die als het nodig is ook hun eigen ego even in de kast willen stoppen. Dat is nieuwe politiek.