Kerk & religie

„Verbonden met Israël, niet met Sharon”

Christenen moeten veel meer luisteren naar de joden en de kerken in het Midden-Oosten in de theologische bezinning op het volk en de staat Israël. Mevrouw drs. I. M. den Hartog, beleidsmedewerkster kerk en Israël van de Protestantse Kerk in Nederland, betoogde dit gisteravond op een symposium bij het verschijnen van het boek ”Israël, volk, land en staat. Terugblik en perspectief”.

Van een medewerker
28 January 2005 09:30Gewijzigd op 14 November 2020 02:10
EDE – In Ede werd donderdag een symposium gehouden naar aanleiding van het verschijnen van de eerste publicatie van het Centrum voor Israël Studies (CIS). Het boek draagt de titel ”Israël, volk, land en staat. Terugblik en perspectief”, verwijzend naa
EDE – In Ede werd donderdag een symposium gehouden naar aanleiding van het verschijnen van de eerste publicatie van het Centrum voor Israël Studies (CIS). Het boek draagt de titel ”Israël, volk, land en staat. Terugblik en perspectief”, verwijzend naa

Onopgeefbare verbondenheid met Israël hoeft volgens Den Hartog helemaal niet te leiden tot kritiekloze acceptatie van de politiek van de staat Israël. „Het volk Israël valt niet samen met de staat Israël. Aan de andere kant kunnen ze ook niet van elkaar losgemaakt worden.”

De beleidsmedewerkster kerk en Israël merkte op dat de kerk moet oppassen politiek te bedrijven. De kerk spreekt haar eigen taal en heeft haar eigen taak. De bezinning op de verbondenheid met Israël is vooral luisteren naar het „meerstemmige joodse geluid” en naar de Palestijnse en Arabische kerken.

Den Hartog gaf aan dat Israël een staat is te midden van staten. „Daarom kunnen mensen als Sharon en Netanyahu ons onze verbondenheid met Israël niet afnemen. Die is veel meer, veel hoger dan verbondenheid met een bepaalde regering.”

Het is precies zestig jaar geleden dat Auschwitz is bevrijd. „Al ons theologische en kerkelijke denken ’valt’ na Auschwitz”, zei de beleidsmedewerker. „Wat betekent dat voor ons als christenen? Dat we met de joden ontzet moeten zijn over de verschrikkingen van de holocaust én dat we met hen innig verheugd moeten zijn over het ontstaan van de staat Israël. In het joodse bewustzijn zijn dat ondergang en opstanding, al zijn de doden van Auschwitz nooit meer opgestaan.” De uitdrukking van PKN-scriba dr. B. Plaisier dat de verbondenheid met Israël heroverwogen moet worden, is daarom volgens Den Hartog „totaal” uit zijn verband gerukt. Positief gevolg is echter dat Israël weer hoog op de agenda van de PKN staat.

Israël-consulent K. J. Rodenburg van het Centrum voor Israël Studies (CIS) constateerde dat christenen in het Israëlisch-Palestijns-Arabisch conflict steeds meer toeschouwers zijn geworden. „De discussie en de bezinning gaan meestal óver, en maar zelden mét joden en jodendom.” Een groeiend aantal christenen ziet een verband tussen de politiek van de staat Israël en antisemitisme in Nederland.

Rodenburg stelde dat er een herbezinning moet komen op de vraag wat die verbondenheid met Israël als volk, land en staat concreet inhoudt. „Christenen zijn medeverantwoordelijk voor wat in het Midden-Oosten gebeurt. Misschien betekent verbondenheid met Israël ook wel nauwere contacten met Israëls buren, de Arabische landen.” Het christendom moet voor het jodendom een betrouwbare partner zijn, een ’tegenover’. „Ik weet niet of de vergelijking helemaal opgaat, maar ik bedoel ongeveer zoals Eva voor Adam.” In de discussie voegde dr. J. Hoek daaraan toe dat ”tegenover zijn” juist ook heel kritisch kan zijn.

De bundel ”Israël, volk, land en staat. Terugblik en perspectief” staat onder redactie van ds. M. van Campen en is de eerste publicatie van het CIS. Het CIS is een samenwerkingsverband van het deputaatschap kerk en Israël van de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) en de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), en wil de ontmoeting tussen joden en christenen stimuleren.

De titel van het boek is een verwijzing naar de gelijknamige handreiking van de synode van de Nederlandse Hervormde Kerk uit 1970, die veel stof deed opwaaien. Het boek bespreekt de wordingsgeschiedenis van de handreiking en wil nadrukkelijk in het uitgezette spoor verdergaan. Wel toont dr. Hoek zich in zijn bijdrage kritisch over de geschiedenisvisie van dr. H. Berkhof, de drijvende kracht achter de handreiking. Ook prof. dr. G. C. den Hertog kiest in zijn bijdrage over de ethiek andere wegen.

Drs. C. J. van den Boogert, lid van de beraadgroep van het CIS, lichtte de opzet van het boek toe: „De handreiking kwam uit na de Zesdaagse Oorlog en de verovering van Oost-Jeruzalem. Sinds 1970 is de geschiedenis verdergegaan. We hebben nu te maken met sterk wisselende sympathieën. Na dertig jaar staat de onopgeefbare verbondenheid met Israël nog steeds overeind. Maar in de praktijk hebben veel mensen daar moeite mee gekregen. We zijn dankbaar dat we het bezinningsproces voort kunnen zetten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer