Komar: hier heette men de Russen welkom
Op 20 kilometer afstand klinkt artilleriegerommel. Dan is het weer stil. Zo gaat het dagen achtereen. De inwoners van het Oost-Oekraïense dorp Komar werken door in hun moestuin. Aan de waterkant gooien vissers hun hengel uit en nemen kinderen een duik. Militairen rijden af en aan door de straten. Ze stoppen bij de supermarkt of bij het enige eetcafé in de omgeving voor een maaltijd of om te ontsnappen aan de oorlog.
Komar – gelegen in de Donetsk-regio tussen Donetsk en Zaporizja – ligt op 20 kilometer van het oorlogsfront. Het dagelijkse leven in dit dorp gaat zo goed en zo kwaad door: van de bejaarde vrouw die haar koe melkt tot de zaterdagochtenddienst in het witte kerkje op de heuvel.
Het dorp komt grotendeels ongeschonden de oorlog door. In het centrum viel een Russische raket op een gebouw en ook huizen werden bij een andere aanval geraakt. Andere woningen zijn verlaten. De huiseigenaren zijn gevlucht en militairen hebben er met toestemming van de bewoners van Komar hun intrek genomen.
Maar onder deze buitenkant heerst een tweedeling in Komar. In het centrum hangt weliswaar een Oekraïense vlag en lopen Oekraïense militairen rond, maar het dorp is niet zo uitgesproken pro-Oekraïens.
Wie met pro-Oekraïense dorpelingen praat, hoort al snel dat lang niet iedereen in het dorp de Oekraïense krijgsmacht steunt. Harde cijfers zijn er niet, maar dorpelingen schatten dat voor de oorlog 50 procent Rusland steunde en 50 procent Oekraïne. Het dorp is zo klein – tot de oorlog woonden hier naar schatting 1300 mensen – dat iedereen elkaar kent en van elkaar weet hoe die denkt.
In 2014, tijdens de Majdanrevolutie, trokken in Komar bewoners de straat op met vlaggen van de zogenaamde Volksrepubliek Donetsk, een deel van de Oekraïense Donetsk-regio die in deze periode met geweld onder Moskous bewind kwam te staan. Op 24 februari vorig jaar, toen Rusland Oekraïne binnenviel, stonden inwoners klaar om de Russische soldaten te verwelkomen als hun bevrijders.
Het wachten bleek tevergeefs: de Russen kwamen niet. Pro-Russische bewoners worden de wachtenden genoemd. Zij houden zich nu stil uit angst om opgepakt en ondervraagd te worden door de Oekraïense geheime dienst.
Komar is ongetwijfeld niet het enige dorp in de Donetsk-regio waar zo’n tweedeling heerst. De Partij van de Regio’s van de in 2014 naar Rusland gevluchte Oekraïense president Viktor Janoekovitsj, was in dit gebied tot de Majdanrevolutie de grootste. De pro-Russen vallen voor de Russische propaganda die ze kijken op de Russische staats-tv. Ouderen verlangen naar de voormalige Sovjet-Unie. Ze denken met nostalgie aan de periode van gratis onderwijs en gezondheidszorg, de repressie vergetend.
Tegelijkertijd zien bewoners van Komar onder pro-Russen een kanteling. Sommigen stappen over naar de Oekraïense kant. Want ze zien hoe Rusland steden als Charkiv en Marioepol kapot bombardeert en hun kinderen vechten in de Oekraïense krijgsmacht. Zo jaagt Vladimir Poetin uitgerekend deze mensen tegen zich in het harnas.