Curaçao maakt werk van windmolens op zee
Het Nederlandse bedrijf Fugro heeft van de regering van Curaçao opdracht gekregen een geofysisch onderzoek uit te voeren naar de zeebodem in de wateren rond Curaçao. Fugro begint maandag met het onderzoek waaruit moet blijken of de bodem geschikt is voor plaatsing van windmolens.
De Curaçaose regering wil met energie uit wind, via zogenaamde „offshore drijvende windmolens”, onder meer groene waterstof gaan produceren. Dit is een onderdeel van een „volwaardige energietransitie” die het land voorstaat en die binnen twintig jaar moet zijn afgerond.
Curaçao wil zelf schone brandstoffen produceren voor eigen gebruik, maar ook energie gaan exporteren. Hierover sloot de regering in mei van dit jaar een akkoord met minister Rob Jetten voor Klimaat en Energie.
In een onderzoek van TNO wordt uitgegaan van twee parken met drijvende windturbines op zee voor de noordkust, met in totaal tachtig windmolens. Met de windturbines wil het eiland een grote stap maken. Curaçao maakt nu al gebruik van wind- en zonne-energie, maar de grootste hoeveelheid energie wordt nog steeds opgewekt door fossiele brandstof.