Opinie

Tweestatenoplossing zal er nooit komen

Israël en Palestijnen zullen nooit nader tot elkaar komen zolang de visies op de plaats van Israël in het Midden-Oosten zo ver uit elkaar lopen.

Dr. C.P. Polderman
12 July 2023 16:53Gewijzigd op 14 July 2023 11:13
„De door het westen gepropageerde tweestatenoplossing is een fata morgana.” Ravage in de straten van Jenin na het Israëlische militaire optreden in de Palestijnse stad. beeld AFP, Jaafar Ashtiyeh
„De door het westen gepropageerde tweestatenoplossing is een fata morgana.” Ravage in de straten van Jenin na het Israëlische militaire optreden in de Palestijnse stad. beeld AFP, Jaafar Ashtiyeh

Enkele jaren geleden vertelde een Joodse rabbijn de volgende anekdote: de Israëlische premier Shimon Peres en de Palestijnse leider Yasser Arafat hadden een ontmoeting en spraken met elkaar over de geschiedenis van het Joodse volk.

Peres vroeg aan Arafat: „Weet jij wie de profeet Mozes was?” Ja, dat wist Arafat wel. „En weet jij ook dat de Joden, onderweg in de woestijn, Mozes wilden stenigen toen ze geen water hadden? En dat Mozes toen in opdracht van God met zijn staf op een rots moest slaan en er overvloedig water uit die rots kwam?” Ook dat wist Arafat. „Maar,” zei Peres „nu ga ik je wat vertellen wat jij nog niet weet. Op een avond ging Mozes alleen terug naar het water om daar te gaan zwemmen. Na afloop wilde hij zijn kleren weer aantrekken en wat denk je? Kleren weg!” „Ja,” zei Arafat tegen Peres „en jij denkt natuurlijk dat een Palestijn die kleren gestolen heeft?” „Nee,” zei Peres „dat kan natuurlijk niet want Palestijnen bestaan nog maar sinds 1969.”

Joodse humor. Maar het probleem van rivaliteit en vijandelijkheid tussen Joden en Palestijnen blijft tot op de dag van vandaag levensgroot aanwezig en zal ook door (vredes)besprekingen niet worden opgelost. Het Joodse volk wordt in de Arabische wereld immers geen centimeter grond gegund. Moslims worden door hun geestelijke leiders ter dood veroordeeld als ze land aan Joden verkopen. Dat is dezelfde straf die iemand krijgt als die het islamitische geloof vaarwel zegt. En dat op basis van de islamitische wetgeving, de sharia, die ver afstaat van de westerse wetgeving die door bemiddelaars in vredesonderhandelingen wordt gehanteerd.

Judenfrage

Antisemitisme blijkt onuitroeibaar te zijn. Alle eeuwen door. Hoe komt dat? Wat zit achter de haat en afkeer tegen de Joden als vreemde minderheid?

Allereerst een afkeer van de God van de Joden. Als tegenstander van God moet Satan niets hebben van een door God uitverkoren volk en een Beloofd Land. Werkelijk alles wordt aangegrepen om Joden, waar ook ter wereld, in diskrediet te brengen. De Joden zouden naar wereldheerschappij streven; de economie, het bankwezen, de wetenschap, de politiek, de techniek en de media in handen proberen te krijgen; ze zouden de Palestijnse rechten vertrappen via het vestigen van een eigen Joodse staat op een plek die de Arabieren toekomt.

Islamitische machthebbers zijn tot op de dag van vandaag op hun manier bezig met de ”Entlösung der Judenfrage”. Volgens de sharia, is al het land dat eens onder de heerschappij van de islam stond, onvervreemdbaar erfelijk bezit. Het zal duidelijk zijn dat de islamitische wetgeving en de ­westers-democratische wetgeving van totaal verschillende orde zijn en dit de oorzaak is voor veel spraakverwarring.

Yasser Arafat (1929-2004) zag het hele Midden-Oosten als een Arabische natie. Voor een eigen staat van het Joodse volk was dáár geen plaats. Hij ‘organiseerde’ (met financiële steun van Arabische landen) met succes de Palestijnse zaak om aandacht te krijgen van de wereldopinie en wierp zich op als vader van de Palestijnse vrijheidsstrijders. Als leider van de terroristische bevrijdingsorganisaties PLO en Fatah kreeg hij het voor elkaar dat hij de VN-Veiligheidsraad kon toespreken en de Nobelprijs voor de vrede werd toegekend (1994). De door hem nagestreefde Palestijnse Staat moest zich uitstrekken van de Middellandse Zee in het westen tot aan de Jordaan in het oosten en van de Libanese grens in het noorden tot Eilat aan de Rode Zee in het zuiden.

Islamitische staat

De erkenning van het recht op bestaan voor een Joodse staat is onder Arafats bewind altijd uitgebleven. Soms leek het erop dat er openingen kwamen in de massieve stellingnames. Het Camp-David ­akkoord (1978) en de ­Oslo-akkoorden (1993 en 1995) zijn daar voorbeelden van. Israël is dan bereid om het gezag over 95 procent van de Westelijke Jordaanoever over te dragen aan de Palestijnse Autoriteit. Arafat blijft echter vasthouden aan de eis dat de duizenden Palestijnse vluchtelingen, die sinds de Zesdaagse Oorlog van 1967 in Jordaanse vluchtelingenkampen verblijven, terug moeten keren naar Haifa, Jaffa en andere plaatsen die nu Israëlisch zijn. Voor Israël is dat onbespreekbaar.

De tweede opstand van de Palestijnen begin 2000 zet een streep door de akkoorden. Arafat benoemt sjeik Ekrima Said Sabri tot grootmoefti van Jeruzalem. Beiden zijn niet bereid om compromissen te sluiten in het vluchtelingenvraagstuk. Ze menen dat dit volgens het islamitisch recht ook niet kan. Zo zegt Sabri in een ophitsende toespraak: „O moslims, we moeten volhouden dat het land Palestina een Islamitische staat is.”

Tweederangsburgers

Mahmoud Abbas, de (zelf)benoemde president van de Palestijnse Autoriteit, zet Sabri af in 2006 vanwege zijn extreme politieke uitspraken. Zijn opvolger, sjeik Mohammed Ahmen Hoessein, is politiek gematigder maar ziet zelfmoordaanslagen evengoed als een legitiem middel in de strijd tegen Israël.

Vanuit Israëlisch standpunt is het ‘recht’ van Palestijnse vluchtelingen om terug te keren absoluut onacceptabel. Joodse vluchtelingen uit Arabische landen die door antisemitische haatcampagnes het ­leven onmogelijk wordt gemaakt zijn daarentegen wel welkom. Deze zogenoemde Mizrachi Joden vormen inmiddels meer dan 50 procent van de Israëlische bevolking.

Ondertussen blijkt uit aangenomen resoluties dat de VN op de hand is van de Palestijnen. Er zijn al meer dan honderd resoluties aangenomen over Palestijnse vluchtelingen en niet één over Joodse vluchtelingen die als tweederangs burgers de Arabische landen hebben (moeten) verlaten.

Vredesonderhandelingen zullen blijven mislukken omdat de Palestijnen Israël als staat niet erkennen en geen vrede met de Joodse staat nastreven. Hun streven is de ontbinding van ”het zionistische grote Israël”. Tegelijk denk Israël er niet over om zich terug te trekken achter de grenzen van 1967 en Jeruzalem als hoofdstad en de Westelijke Jordaanoever aan de Palestijnen prijs te geven. Ook zelfbestuur door de Palestijnen is steeds minder een optie. De Palestijnse terreurorganisaties Hamas in de Gazastrook en Fatah op de Westelijke Jordaanoever zijn tot op het bot toe verdeeld en voeren onderling strijd om politieke invloed en macht.

Abbas’ opvolger Saeb Erekat (1955-2020) heeft daar geen verandering in kunnen brengen. 
Israël maakt daarentegen steeds nieuwe Joodse nederzettingen op de westelijke Jordaanoever mogelijk omdat ze ‘rechten’ en claims op de door hen ­veroverde gebieden niet erkent. De door het Westen gepropageerde ­tweestatenoplossing is daarmee een fata morgana.

De auteur is historicus.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer