Als het nodig is, rammelt NiNsee ook bij nieuw kabinet aan deur
Het volgende kabinet, onder leiding van een nieuwe premier, zal ongetwijfeld doorgaan met maatregelen om het slavernijverleden recht te zetten. Daarvan is bestuursvoorzitter Linda Nooitmeer van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee),overtuigd. „Maar als blijkt dat we kennelijk toch harder aan deuren moeten rammelen of erop moeten kloppen, omdat er toch weer een gebrek aan kennis is, zullen we dat zeker doen”, voegt ze eraan toe.
Premier Mark Rutte kondigde maandag aan dat hij uit de politiek stapt, na de val van het kabinet afgelopen vrijdag. Nooitmeer zegt dat NiNsee goed met de premier, de ministers en de staatssecretarissen heeft samengewerkt. Rutte had vorig jaar excuses aangeboden voor de rol van Nederland in de slavenhandel en de slavernij. Daarnaast werkte het kabinet aan plannen tegen discriminatie, bijvoorbeeld bij stages.
Nooitmeer verwacht niet dat dit meteen verandert bij een nieuwe coalitie met een nieuwe premier. Volgens de NiNsee-voorzitter is de maatschappij in de afgelopen jaren veranderd. „Drie of vier kabinetten geleden was institutioneel racisme nog niet erkend. Nederland moest nog onder ogen zien dat mensen worden uitgesloten van de arbeidsmarkt. Vorige maand hebben we overal in dit land herdenkingen gehad. Het draagvlak daarvoor komt uit de maatschappij, dat is niet gerelateerd aan dit kabinet. De geest is uit de fles.”
Bovendien gaat Nooitmeer ervan uit dat de overheid haar beleid niet meteen „rücksichtslos” verandert na elke verkiezing. „Daarom kunnen we doorgaan. Anders zou je bij elk nieuw kabinet eigenlijk opnieuw moeten beginnen.”
Nooitmeer benadrukt dat het NiNsee al 21 jaar bezig is om aandacht te vragen voor het slavernijverleden. „Dat deden we bij alle kabinetten, dwars door politieke winden heen, ook in tijden waarin er geen draagvlak was. We hebben altijd aandacht gezocht voor de doorwerking van slavernij in het heden. Dat is nooit gemakkelijk geweest, we zijn wel wat gewend. Daar gaan we gewoon mee door, we blijven openingen zoeken. We zijn bedreven in het vragen van aandacht.”
Bij de Keti Koti-herdenking in Amsterdam ruim een week geleden ontving Nooitmeer koning Willem-Alexander. Hij bood toen ook excuses aan en vroeg om vergiffenis. Die toespraak kan volgens Nooitmeer „een vliegwieleffect hebben op het draagvlak. Ik zie het als een belangrijk markeringspunt. Het helpt ons om te komen tot verbetering van de sociale, economische en culturele situatie van mensen met Afrikaanse roots.”