Journalisten BBC mogen niet meer werken in Syrië
Syrië heeft aangekondigd dat twee lokale journalisten die voor de BBC werken geen berichtgeving meer mogen verzorgen in het land. De Britse omroep krijgt het verwijt met „vooringenomen en misleidende berichtgeving” te komen.
Het Syrische ministerie van Informatie zegt de accreditatie in te trekken van de „correspondent en cameraman” van de omroep. De BBC publiceerde vorige maand een bericht waarin machtige Syriërs in verband werden gebracht met de internationale drugshandel. Syrië zegt daar niks mee te maken te hebben. Het land zou de Britse nieuwsomroep ook al „meer dan eens” hebben gewaarschuwd.
In een reactie zegt de BBC dat zijn Arabische kanaal „neutraal en onafhankelijk rapporteert door te spreken met mensen uit het hele politieke spectrum”. Het medium zegt ook „onpartijdig nieuws te zullen blijven verstrekken aan het publiek in de Arabisch sprekende wereld”.
In Syrië zijn sinds 2011 honderdduizenden doden gevallen tijdens een bloedige burgeroorlog. Die begon nadat het regime van Bashar al-Assad met veel geweld probeerde demonstraties de kop in te drukken. Bij de strijd waren allerlei landen en gewapende groepen betrokken. Assad kon zich uiteindelijk met militaire steun van Rusland en Iran staande houden.
Op het vlak van persvrijheid bungelt Syrië helemaal onderaan in het wereldwijde klassement. In een index die wordt samengesteld door de ngo Reporters Without Borders (RSF) scoren alleen Turkmenistan, Iran, Vietnam, China en Noord-Korea nog slechter.