„Jezus zeide tot hen: Vult de watervaten met water. En zij vulden ze tot boven toe. En Hij zeide tot hen: Schept nu en draagt het tot de hofmeester. En zij droegen het.”

Laten wij ons nooit schamen de mensen te laten zien van wie wij zijn, en wie wij dienen. Wij mogen wel zeggen: „Wie is tot deze dingen bekwaam?” Maar als Christus naar een huwelijksfeest ging in Kana, is er zeker iets dat christenen bij soortgelijke gelegenheden kunnen doen. Bedenken zij slechts dat als zij gaan waar hun Meester ging, zij dit moeten doen in de geest van hun Meester.

We leren uit deze verzen de almachtige kracht van onze Heere Jezus Christus. Wij lezen van een wonder dat Hij op het huwelijksfeest deed, toen er wijn ontbrak. Door een enkele daad van Zijn wil veranderde Hij water in wijn, en voorzag zo in de behoefte van al de gasten. De wijze waarop het wonder verricht werd, verdient bijzondere aandacht. Er wordt niet gesproken van enige uitwendig zichtbare daad die dit wonder voorafging of vergezelde. Er wordt niet gezegd dat Hij de watervaten aanraakte die het water bevatten dat wijn werd. Er wordt niet gezegd dat Hij het water beval zijn hoedanigheden te veranderen, of dat Hij tot Zijn Vader in de hemel bad. Hij wilde eenvoudig de verandering, en zij vond plaats. Wij lezen van geen profeet of apostel in de Bijbel die ooit een wonder op deze wijze verrichtte. Hij Die zo’n machtig werk op zo’n wijze kon doen, is niets minder dan waarlijk God!

J.C. Ryle, bisschop te Liverpool

(”Uitleggende gedachten over Johannes”, 1874)