Buitenland

Serviër is het zat: overheid moet geweld in media aanpakken

Na twee schietpartijen in twee dagen, 18 doden en 21 gewonden, zijn Serviërs het zat: de overheid moet geweldsuitingen in de media aanpakken of aftreden. In 15 steden werd zaterdag geprotesteerd.

4 July 2023 20:04
beeld AFP
beeld AFP

”Tak-tak-tak”, hoort Milan Prokić, inwoner van Dubona, op 4 mei. Eerst denkt hij dat een baby is geboren –het is een lokale traditie om een kleintje met geweerschoten welkom te heten. „Helaas was het geen geboorte”, zegt Prokić tegen persbureau AP.

Een 20-jarige man opent die avond vanuit zijn auto met een kalasjnikov het vuur op mensen die op een bankje zitten in Dubona – zo’n 60 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Belgrado. Zeven mensen zijn op slag dood; een achtste persoon overlijdt later. Na een urenlange klopjacht wordt de verdachte staande gehouden. Volgens agenten draagt hij een T-shirt met ”Generatie 88” erop. De dubbele acht zou slaan op ‘Heil Hitler’: H is de achtste letter van het alfabet.

Een dag eerder –op 3 mei– schrikt Servië ook al op van een schietpartij: op de Vladislav Ribnikar-school in Belgrado. De vermoedelijke schutter (13) opent het vuur op medeleerlingen en een docent die geschiedenis geeft. Negen scholieren en de leraar komen om.Vanwege zijn leeftijd wordt de verdachte niet vervolgd, maar overgeplaatst naar een psychiatrisch ziekenhuis. Het vuurwapen was van zijn vader.

Wapenbezit

Hoe kon het zo misgaan in een land waar grote schietpartijen een zeldzaamheid zijn? Slechts drie eerdere grote schietpartijen vonden deze eeuw in Servië plaats. De laatste in 2013, waarbij een veteraan 13 mensen doodschoot. De aanslag in Belgrado was de eerste massale schietpartij op een school in de geschiedenis van het land.

Na de Verenigde Staten en Jemen, heeft het land met veertig geweren per honderd inwoners het hoogste aantal wapens per hoofd van de bevolking. Ongeveer 400.000 Serviërs –6 procent van de bevolking– hebben volgens autoriteiten een geweer, jachtgeweren niet meegerekend. Het hoge wapenbezit is deels een erfenis van de oorlogen van de jaren 90, waarna vuurwapens in particuliere handen vielen. Maar ze horen ook bij de ‘stoere’ cultuur. Bij verjaardagen of geboortes wordt steevast geschoten. Bij een bruiloft is het traditie om een appel op de nok van het dak te plaatsen en er op te mikken.

Deskundigen waarschuwen al jaren voor al die wapens. In combinatie met de instabiele culturele verhoudingen en de economische malaise zou dit tot een cocktail van geweld kunnen leiden. „Servië is geen kruitvat: Servië is ontploft”, reageerde oppositieleider Marinika Tepic na de schietpartijen.

„We zullen het land ontwapenen” beloofde president Aleksandar Vučić dan ook op 5 mei. Autoriteiten streven ernaar het aantal legale wapenbezitters met 90 procent terug te brengen. Komende twee jaar worden geen nieuwe vergunningen uitgegeven en mensen met een wapen worden elk half jaar gescreend op medische en psychologische geschiktheid.Vučić wil 250 miljoen euro uittrekken, zodat meer dan duizend agenten op scholen kunnen patrouilleren. Ook verhoogt hij de straf voor overtreding van wapenwetten. En de leeftijd, waarop geweldplegers kunnen worden vervolgd, gaat omlaag van 14 naar 12 jaar. Ook gaf de president Servische wapenbezitters de kans om anoniem, zonder veroordeling, hun wapens in te leveren.

Veel Serviërs waren niet onder de indruk van Vučićs maatregelen. Optreden in een land met een diepgewortelde liefde voor wapens en met enorme hoeveelheden illegale geweren zou onmogelijk zijn. Maar inmiddels leverden al meer dan 100.000 vuurwapens in bij de autoriteiten. Een succes, zo lijkt het beleid van de president inmiddels.

Volgens linkse en liberale oppositiepartijen en burgerbewegingen doet de overheid echter nog te weinig. Op maandag 8 mei kondigden ze een protestmars aan en doopten die ”Servië tegen geweld”. Er heerst een gewelddadig klimaat in het land, dat wordt gepromoot door pro-regeringsmedia en de overheid doet er niets aan, is de kritiek. „We eisen onmiddellijke stopzetting van het tentoonspreiden van geweld in de media en de openbare ruimte, evenals het oogluikend toestaan daarvan door de autoriteiten”, verklaarde een oppositiepartij.

Tienduizenden Serviërs protesteren al twee maanden tegen geweld in de media. Zaterdag werd in vijftien steden gedemonstreerd. Ze eisen dat ministers uit Vučićs partij opstappen en de autoriteit die toeziet op de media en de nationale omroep wordt vervangen.

Wc-papier

In Belgrado omsingelden demonstranten zaterdag het kantoor van tv-zender Pink en bekogelden het met wc-papier. De reden? Pink zendt de populaire tv-show ”Zadruga” uit, waarbij deelnemers om een prijs van omgerekend 250.000 euro strijden. Om die te verkrijgen maken ze elkaar uit voor rotte vis en gaan ze op de vuist. Een vrouw zou zelfs fysiek zijn mishandeld door een mannelijke deelnemer.

Volgens psychologen leidt gedrag in programma’s als Zadruga tot normalisatie van geweld onder jongeren. Kort na de schietpartij op de school in Belgrado meldden Servische media dat jongeren de aanval op sociale media prezen. „Jij bent de sterkste”, schreef een meisje op Instagram. Ze plaatste emoji’s met hartjes boven een foto van de verdachte. Anderen merkten op Instagram op: „Wat is het aantal doden ahahha” en „8 doden, leuk”.

Aftreden

Demonstranten roepen ook op tot het aftreden van Vučić. De oppositie beschuldigt de president en zijn partij van autocratie, het onderdrukken van vrije pers, geweld tegen oppositie, corruptie en banden met de georganiseerde misdaad.

Vučić omschreef de demonstranten eerder als „hyena’s en gieren” die hem willen doden of een staatsgreep willen plegen. Tegelijk maakte hij eind mei bekend af te treden als partijbaas, na meer dan tien jaar aan het roer te hebben gestaan. Hij wil zijn partij hervormen, volgens analisten om een slechte verkiezingsuitslag te vermijden. Critici vinden dat zijn aftreden niet genoeg is om geweldsuitingen in de media te stoppen. Ze roepen de regering op media-inhoud te controleren. Media die geweld aanmoedigen en „geweld bevorderende” tv-programma’s moeten van de buis, is de eis. Leiders van de protesten zeggen niet te stoppen, zolang de cultuur van geweld het land beheerst. „We kunnen de levens van slachtoffers niet teruggeven, maar we kunnen ervoor zorgen dat dit niet weer gebeurt”, sprak een protestleider in juni de menigte toe: „We willen Servië zonder geweld.”

Oppositiepartijen vrezen dat de protesten deze zomer afschalen, vanwege de vakantie. Maar oppositieleider Sanda Rašković Ivić verwacht in september een nieuwe opleving: “Ik zie dat heel veel mensen de protesten steunen. Intussen blijft de regering wegkijken. En het nieuwe realityshowseizoen begint na de zomer. Genoeg voor ons om eropuit te gaan”, zei ze maandag tegen Servische media

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer