Wat de kerk kan leren van de vijfde-eeuwse geestelijke Vincentius van Lérins
Verdeeldheid is de kerk nooit vreemd geweest. Iemand die daartegen streed, was de vijfde-eeuwse geestelijke Vincentius van Lérins. Corrie Hoogerland-van de Pol (42) schreef haar proefschrift over hem, in de hoop dat zijn theorie een schakeltje zal zijn in de huidige zoektocht naar kerkelijke eenheid.
Aan zo’n zestien jaar werken aan haar dissertatie op de zolderkamer van haar woning komt donderdag een einde. Hoogerland promoveert dan aan de Rijksuniversiteit Groningen op een proefschrift over Vincentius’ visie op de traditie en op de exegese van 1 Timotheüs 6:20.
Toch besprong Hoogerland in de achterliggende jaren weleens de twijfel of ze er goed aan deed om het proefschrift te schrijven. „Ik ben moeder van vier kinderen en het moederschap zie ik als mijn belangrijkste rol. Gelukkig kreeg ik daar de ruimte voor, al vraag ik me soms af of mijn gezin eronder geleden heeft. Daar komt bij dat ik met het schrijven van mijn dissertatie vrij technisch met de Bijbel bezig was. Toch heb ik het zestien jaar geleden wel als een aanwijzing van God ervaren, toen mij gevraagd werd te promoveren op Vincentius van Lérins.”
Katholieke kerk
Maar wie was Vincentius eigenlijk? Er is weinig over hem bekend. Vincentius werd aan het einde van de vierde eeuw in Frankrijk geboren en stierf rond het jaar 450. In een klooster op het eiland Lérins las hij veel in de Schrift en schreef hij een aantal boeken.
Een van de uitspraken die hij in zijn geschrift ”Commonitorium” deed, werd vanaf de zestiende eeuw bekend: „Evenzeer moet er juist in de katholieke kerk in hoge mate zorg voor gedragen worden dat we vasthouden aan wat overal, altijd en door allen geloofd is.”
Wat bedoelde Vincentius met dit adagium?
„Vincentius was wars van vernieuwingen. Hij richtte zich vooral op Nestorius, die volgens hem stelde dat er twee Christussen zijn: de één God, de ander mens. Hij noemde hem een ”vernieuwingenuitvinder”. Vernieuwingen moeten volgens Vincentius getoetst worden. Allereerst aan de Schrift. Als daarin geen eenduidig antwoord gevonden wordt, zijn er drie voorwaarden waaraan een vernieuwing moet voldoen: eenheid van plaatsen, eenheid van tijden en eenheid van personen. Als een persoon zich van de kerk afscheidt, voldoet hij niet aan het eerste criterium. En wanneer er een vernieuwing wordt voorgesteld, moet er teruggekeken worden naar wat daar in het verleden over geschreven is. Als het gaat over eenheid van personen: niet de visie van één persoon, maar van concilies en synodes moet de doorslag geven.”
Het fundament onder zijn theorie vond Vincentius in 1 Timotheüs 6:20: „O Timotheüs, bewaar het pand u toebetrouwd, een afkeer hebbende van het ongoddelijk ijdel roepen, en van de tegenstellingen der valselijk genaamde wetenschap”. Maar volgens u gebruikte hij een verkeerde vertaling van deze tekst.
„De Latijnse vertaling van deze tekst is: „O Timotheüs, bewaak wat je in bewaring is gegeven, terwijl je daarbij profane nieuwe beweringen vermijdt.” Vincentius zag in deze tekst het bewijs dat „nieuwe beweringen” vermeden moesten worden. Het Griekse woord voor ijdel roepen verschilt maar één letter van het woord voor nieuwe beweringen. Beide woorden werden bovendien hetzelfde uitgesproken. De Latijnse Bijbelvertaling is verdergegaan met het verkeerde woord. Vincentius baseerde zijn theorie dus op een Bijbelvertaling die bij deze tekst aantoonbaar onjuist is.
Dit haalt Vincentius’ theorie overigens niet onderuit. Hij zegt nuttige dingen, alleen baseert hij zich op een onjuiste Bijbelvertaling.”
Vincentius benadrukte de eenheid van de kerk. Wat zou hij over de kerkelijke verdeeldheid in Nederland zeggen?
„Als een persoon of een groep zich van de gemeente afscheidt, gaat dat in tegen Vincentius’ eerste criterium: eenheid van plaatsen, oftewel de katholiciteit van de kerk. En ja, in het verleden zijn er diverse kerkelijke afsplitsingen in Nederland geweest. Vincentius zou dat niet goed praten, tenzij de leer van de gevestigde kerk in strijd was met de Bijbel.”
Is de nadruk op de katholiciteit volgens u in de vergetelheid geraakt in de gereformeerde gezindte?
„We belijden iedere zondag ons geloof in een heilige, algemene kerk. Ik ervaar ongemak als dat gelezen wordt, want de praktijk van de vele kerkverbanden die er zijn, stemt niet overeen met deze belijdenis.
Er is echter ook een andere kant. De gereformeerde gezindte brengt Vincentius’ theorie al in de praktijk. Het belang van het lezen van oude geschriften wordt al gezien. Zo adviseerde een predikant onlangs in een interview over het thema vrouw in het ambt om de opvattingen hierover allereerst te toetsen aan de Schrift en vervolgens aan de mening van de kerk der eeuwen.”
Biedt Vincentius’ theorie handvatten om vandaag de dag tot kerkelijke eenheid te komen?
„Ja, al is het lastig hoe zijn theorie concreet toegepast kan worden. Het is mijn wens dat Vincentius een klein schakeltje zal zijn in de zoektocht naar eenheid. Allereerst moeten we met hem benadrukken dat de Bijbel het hoogste gezag heeft. Daarnaast zou Vincentius op basis van zijn drie criteria wellicht zeggen tegen de kerken: Blijf bij elkaar, ga het gesprek niet uit de weg. Maar ook: Toets je visie aan de uitspraken van concilies en synodes, zoals de geloofsbelijdenissen en de Drie Formulieren van Enigheid.
Het blijft voor mij een worsteling hoe die eenheid er moet komen. Ik geloof dat de Heilige Geest wonderen kan doen. Vincentius gaat echt niets meer veranderen in onze protestantse kerken; de Heilige Geest is nodig.”