Kamp neemt afscheid van ’Nederlandse’ provincie in Irak
Voor minister Henk Kamp van Defensie was het woensdag de vijfde en laatste keer dat hij de Nederlandse militairen in het zuiden van Irak bezoekt. Hij komt terug over een paar jaar, belooft hij gouverneur Al Hassani, om te kijken naar de verbeteringen in de ’Nederlandse’ provincie Al Muthanna, waar na het einde van de missie in totaal ruim 7000 Nederlandse militairen hebben gediend.
Tegen zonsondergang spreekt Kamp woensdag de militairen van de vijfde lichting van de missie SFIR toe tijdens een bijzonder appel. „U heeft een wezenlijke bijdrage geleverd aan de stabiliteit in dit deel van Irak. U laat een veranderd en verbeterd Al Muthanna achter. Wat u heeft gedaan, is in het belang van de 450.000 inwoners van deze provincie, u heeft soms ook persoonlijke offers gebracht. Blijf daarom de laatste weken scherp en voorzichtig. Nederland is trots op u."
De militairen applaudisseren voor Kamp, zeer ongebruikelijk voor een dergelijk ceremonieel. Er is opluchting onder de militairen dat het kabinet vorige week definitief besloot vast te houden aan beëindiging van de missie per 15 maart. En dan heeft Kamp ze nog niet eens verteld dat ze waarschijnlijk nog iets eerder naar huis kunnen dan gepland. De militaire planning gaat nu uit van een overdracht van de verantwoordelijkheid over Al Muthanna op 7 maart aan de Britten, waarschijnlijk de Queens Dragoon Guards.
In het vliegtuig op weg naar Irak was Kamp door commodore P. Cobelens van het Defensie Operatie Centrum nog eens heel precies voorgerekend hoe de Nederlanders in zes tot acht weken de missie in „het veiligste stukje Irak" gaan afbouwen. Met een iets grotere afbouwploeg dan oorspronkelijk gepland, van 535 militairen. De bulk van de huidige 1440 militairen in Irak gaat terug naar huis tussen 15 en 21 maart. Op dat moment zijn de taken al overgenomen door de Britten. Per half april gaat ook het helikopterdetachement van Cougars en Apaches naar Nederland. Half mei is er geen Nederlander meer in Al Muthanna, aldus Kamp.
Het grootste Nederlandse kamp, Camp Smitty bij As Samawah, wordt overgedragen aan de Britten. De andere twee kampen bij Al Khidr en Ar Rumaythah worden inclusief de prefab–wooncontainers, geschonken aan de Iraakse veiligheidsdiensten als het leger en de Iraakse Nationale Garde.
Kamp toonde zich woensdag optimistisch over de toekomst van Al Muthanna, waar net als in de rest van Irak zondag voor het eerst in decennia vrije verkiezingen worden gehouden.
Kamp: „De Irakese politieagenten en militairen zullen nooit ons niveau halen, want de cultuur is anders en er is corruptie, maar er is wel veel vooruitgang geboekt. Wij hebben zelf 2800 mensen opgeleid en in totaal bestaan de Iraakse veiligheidsdiensten nu uit 5600 manschappen. Wat noodzakelijk is om de bevolking op een nette manier te beschermen, is nu bereikt. Dat is ook hun eigen opvatting."
Toch pleit gouverneur Al Hassani in zijn gesprek met Kamp, net als in vorige ontmoetingen, nog maar eens voor een verlengd verblijf van de Nederlanders. „Namens de bevolking: de Nederlanders zijn nog steeds nodig." Kamp helpt hem echter snel uit de droom. „Nederland heeft een groot aantal verplichtingen in de wereld: in Bosnië, in Afghanistan en we zijn actief in de NAVO en de EU. Twintig maanden zijn we hier geweest met 1400 man. Dat was mogelijk, maar dat was het dan ook."
De Nederlanders blijven tijdens de verkiezingen zondag nadrukkelijk op de achtergrond, om elke suggestie van buitenlandse inmenging bij de eerste Iraakse verkiezingen in ruim veertig jaar te vermijden. Dat betekent dat de veiligheid in en rond de stembureaus volledig in Iraakse handen ligt. De vrouwelijke voorzitter Radja Al Haydani van het provinciale kiescomité ziet dat niet als een bezwaar. „Dan kan de eerlijkheid van de verkiezingen niet betwist worden. De verkiezingen moeten een puur Iraakse aangelegenheid zijn zonder buitenlandse inmenging. In Al Muthanna zijn geen zorgen over de veiligheid. De bevolking kan rustig naar de stembus."
Amerikaanse peilingen wijzen uit dat in Al Muthanna 58 procent zeker gaat stemmen en 28 procent waarschijnlijk. Met dat in het achterhoofd, spreekt Kamp de laatste lichting SFIR–militairen toe. „U gaf de mensen in Al Muthanna een kans en die hebben ze gepakt. Daarom zijn hier zondag de eerste echte verkiezingen. Dat maakt deze missie historisch."