In de provincie Zeeland worden namens de provincie en de gemeenten Middelburg en Vlissingen excuses gemaakt voor het slavernijverleden. De gemeente De Bilt presenteert een onderzoek naar haar eigen slavernijverleden. In Den Haag wordt een stadswandeling gehouden, waar acteurs van Het Nationale Theater de verhalen vertellen die zich op de route hebben afgespeeld. In Harderwijk is een zogeheten Bigi Spikri optocht: een feestelijke parade met traditionele kleding.

In vijftien steden door heel het land wordt, net als vrijdag, het Surinaamse gerecht heri heri uitgedeeld, „ter nagedachtenis aan het slavernijverleden en om het verleden met het heden te verbinden”. Dit gerecht aten tot slaaf gemaakten op de plantages en wordt tegenwoordig gezien als delicatesse.

In onder meer het Mauritshuis in Den Haag, het Rijksmuseum in Amsterdam en op het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat worden Keti Koti Tafels georganiseerd. Zo’n tafel is volgens de organisatie bedoeld om witte mensen en mensen van kleur een gesprek te laten voeren over de slavernij en koloniale geschiedenis en de negatieve gevolgen die deze in het heden nog hebben.

In een aantal musea, zoals het Maritiem Muzeeum Zeeland, het Frans Hals Museum in Haarlem en het Amsterdam Museum, kunnen bezoekers zaterdag gratis naar binnen. Er zijn vanwege Keti Koti extra activiteiten zoals concerten en rondleidingen over het slavernijverleden.

Het is zaterdag 160 jaar geleden dat Nederland de slavernij formeel afschafte in Suriname en het Caribisch deel van het Koninkrijk en 150 jaar geleden dat dit ook in de praktijk gebeurde. In Suriname moest een deel van de voormalige slaafgemaakten nog tien jaar doorwerken op de plantages onder staatstoezicht, waardoor de slavernij pas echt voorbij was in 1873. Zaterdag begint ook officieel het Herdenkingsjaar Slavernijverleden, dat loopt 1 juli 2024.