OESO: zet gerichte migratie en opleidingen in tegen arbeidstekort
De Nederlandse overheid zou bij zijn migratiebeleid meer rekening moeten houden met de tekorten op de arbeidsmarkt. Dat vindt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), die daarin een oplossing zit voor de personeelskrapte. Die ontstaat mede door de vergrijzing en zal in de toekomst dus nog erger worden. Ook op andere vlakken zou Nederland meer kunnen doen.
Nu is het nog zo dat als bedrijven mensen van buiten de Europese Unie aan willen trekken, ze eerst moeten aantonen dat ze binnen de Europese Economische Ruimte en Zwitserland hebben gezocht maar daar niemand konden vinden. Die vereiste zou moeten komen te vervallen voor sectoren waar een grote krapte is, zoals technische beroepen die verband houden met de energietransitie. Ook is er geen migratieprogramma dat zich richt op middelbaar opgeleide mensen terwijl er daar wel veel van nodig zijn.
Om de energiedoelen van de overheid voor 2030 te halen moeten namelijk nog 28.000 technische banen worden vervuld. Dat zijn er meer dan het totaal aantal werknemers in de energiesector op dit moment, aldus de denktank.
Ook bij opleiding en training moet er meer aandacht worden besteed aan sectoren met tekorten. Er wordt sowieso jaarlijks zeker 1,5 miljard euro te weinig uitgegeven aan training. Met het STAP-budget van de overheid maakt de OESO ook korte metten. Het budget daarvoor was te klein, er werd geen voorrang gegeven aan cursussen waar direct behoefte aan was op de arbeidsmarkt en er werd te weinig ingezet op gezamenlijke financiering met werkgevers.
Verder trekt het beroepsonderwijs te weinig studenten aan ondanks dat ze daar beroepen en vaardigheden kunnen leren waar zeer veel vraag naar is. Als een van de oorzaken ziet de OESO het feit dat er te veel verschillende sporen op het vmbo zijn. De denktank raadt onder meer aan om scholen de mogelijkheid te geven om studenten de kans te geven onderdelen van meer theoretisch en beroepsonderwijs te volgen.
Tenslotte moeten Nederlanders ook meer uren gaan werken. Maar dat hangt samen met te weinig beschikbaarheid van kinderopvang die bovendien duur is. De OESO erkent dat de omvorming van de regels rond kinderopvang ingewikkeld is. Juist als die toegankelijker wordt gemaakt zijn er in die sector veel meer banen nodig en neemt de krapte op de arbeidsmarkt op korte termijn alleen maar toe. Ook hangt de toeslag die je krijgt voor kinderopvang nu samen met het aantal uren dat je werkt. Als die koppeling wordt losgelaten, zet dat niet aan om meer te gaan werken, denkt de OESO.