„Dat lijkt me nou zo geweldig, de bevrijding van de mensen die zo lang tegen hun wil gebruikt zijn door mensen uit het verleden. Kunnen we daar over nadenken?” De bewindslieden beantwoordden die laatste vraag bevestigend.

Gosselink zei verder „zo blij te zijn” dat aanstaande zaterdag „eindelijk excuses worden aangeboden voor wat allemaal gepasseerd is in het verleden”. Ze doelt daarbij op de nationale herdenking van het slavernijverleden in het Amsterdamse Oosterpark, waar koning Willem-Alexander een toespraak houdt. Ingewijden verwachten dat hij daar de eerder uitgesproken excuses van premier Mark Rutte zal herhalen.

Het Mauritshuis, waar een wereldberoemde collectie Nederlandse 17e-eeuwse schilderkunst is te zien, is ooit gebouwd in opdracht van Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679). Hij speelde een belangrijke rol in de trans-Atlantische slavenhandel. „Hij heeft twee forten veroverd aan de westkust van Afrika, twee grote Portugese slavendepots. Door die te veroveren maakte hij de weg vrij voor Nederland om te beginnen aan de handel in mensen uit Afrika”, vertelde Gosselink aan de kinderen die een onderzoek overhandigden aan de premier en de minister over hoe de jeugd aankijkt tegen slavenhandel.

Volgens de directeur krijgt het museum vaak de vraag waarom de naam Mauritshuis in stand blijft, gezien deze pijnlijke geschiedenis. „Maar het is nu eenmaal Maurits zijn huis. Dat is een historisch feit, daar kan niemand iets aan veranderen. Als ik die naam weg zou halen, dan heb ik geen reden meer om over Maurits te praten. Dan poets ik iets weg, waar we helemaal niet blij mee zijn, maar het is wel gebeurd. Dus daarom houden we Maurits in de naam Mauritshuis, dat geeft ons een aanleiding over hem te blijven praten.”