Meditatie: Geestelijke winst
Psalm 5:11-12a
„Verklaar hen schuldig, o God, laat hen vervallen van hun raadslagen; drijf hen heen om de veelheid van hun overtredingen, want ze zijn weerspannig tegen U. Maar laat verblijd zijn allen, die op U betrouwen tot in eeuwigheid.”
De dichter zegt niet: Straf hen, maar oordeel hen en stop hun slechtheid. Maak dat hun boze plannen vergeefs zijn. Kijk, dat is nu juist het bidden voor hun bestwil, dat bij hen de slechtheid niet verder zal gaan.
„Drijf hen heen om de veelheid van hun overtredingen, want ze zijn weerspannig tegen U.” Dat wil zeggen: Wat mij is overkomen, dat vind ik helemaal niet erg, maar ik heb verdriet over wat U is overkomen. Want dit kenmerkt een Wijsheidslievende ziel nog het meest: dat men niet strijdt voor zijn eigen belangen, maar zich veel gelegen laat liggen aan dat wat men met God te doen heeft. Immers, velen doen dat wat hieraan tegenovergesteld is en zien voorbij aan de dingen van God en proberen met een ongelooflijk fanatisme hun eigen gelijk te halen (als het gaat om de dingen van henzelf). De heiligen doen dat niet zo, maar ze komen actief op voor alles wat met God te maken heeft en zien dan ook voorbij aan hun eigen belangen.
„Maar laat verblijd zijn allen, die op U betrouwen.” Zie de winst van het gebed. Want zowel de goddelozen zullen beter zijn dan voorheen en afstand doen van het kwade, alsook de gelovigen zullen van een intens genot genieten als ze de bekering van de goddelozen zien en hun keer ten goede. Daardoor zijn weer anderen ernstiger geworden.
Johannes Chrysostomus, kerkvader te Constantinopel
(”Dagboek Vroege Kerk”, 2010)