Dorpskerk van Herwijnen heeft geen kil interieur meer
De hervormde kerk in het Betuwse dorp Herwijnen is dit jaar twee eeuwen oud. Ze verving in 1823 een kerkgebouw dat bij een dijkdoorbraak zwaar was beschadigd.
Vier betonnen paaltjes op de begraafplaats geven de contouren van de vorige kerk aan. De dijkdoorbraak in 1820 richtte zo veel schade aan dat herstel niet mogelijk bleek. Twintig meter verderop werd de nieuwe kerk gebouwd, dichter tegen de Waaldijk aan.
Tegenwoordig staat de kerk min of meer aan het uiteinde van Herwijnen. „Na de Tweede Wereldoorlog kwam er in het dorp veel nieuwbouw bij, waardoor de kern verschoof. Vroeger was die hier”, zegt archivaris Dirk van Arkel. „Naast de pastorie stond het gemeentehuis en verder naar achteren de school. In de jaren zeventig en tachtig zijn langs de dijk ook veel huizen gesloopt, mede voor dijkverbeteringsplannen die deels nooit of pas later zijn uitgevoerd.”
Beton
In de eenvoudige zaalkerk, onder een hoog zadeldak met een houten dakruiter boven de voorgevel, vallen de ramen op. Verdikte spijlen verbeelden een kruis, met erboven een cirkel die de eeuwigheid symboliseert. Daarin is ook een gestileerd kindje Jezus met een overbuigende Maria te zien.
Sinds de jaren negentig heeft de kerk haar huidige interieur. Van Arkel: „Ruim dertig jaar eerder was ze vanbinnen ingrijpend gemoderniseerd, met een betonnen preekstoel en banken die deels van beton waren. Herwijnen had toen een vooruitstrevende burgemeester, die de armoede in de streek aanpakte en ook voorzitter van de kerkvoogdij was.”
Van Arkel groeide niet in Herwijnen op. „Toen ik de eerste keer hier kwam, schrok ik. Zo kil vond ik de kerkzaal.” Begin jaren negentig is de modernisering wegens betonrot teruggedraaid. Er waren tevens defecten in de vloerverwarming. Het interieur werd grotendeels teruggebracht naar de situatie van voor 1957. Kerkrentmeester Henk de Bruin: „Veel gemeenteleden wilden van die kilheid af. Ze hielpen maar al te graag mee.”
Vriendelijk orthodox
Hoewel de kerk niet meer het geografische middelpunt van Herwijnen is, ziet de hervormde gemeente zich als ‘dorpskerk’. De gemeente heeft circa 650 leden, van wie 200 belijdend. Op zondagmorgen zijn er 80 tot 100 kerkgangers, ’s avonds 25 tot 35. „De gemeenteleden hebben verschillende modaliteiten als achtergrond”, aldus een recent beleidsplan. „Van oudsher zijn de Gereformeerde Bond en de Confessionele Vereniging het sterkst vertegenwoordigd. Van een duidelijke scheidslijn is overigens vaak geen sprake (meer).”
„Het besef leeft dat we als gemeente moeten zoeken naar wat ons bindt, en dat is kruis en opstanding van Christus, meer dan naar wat ons scheidt”, zegt ds. W.M. (Wilhelm) Roseboom. Hij typeert de gemeente als „vriendelijk orthodox”. „Het DNA is nooit helemaal dat van de Gereformeerde Bond geweest. Er was altijd ruimte voor een gezang, bij de collecten is ook de bredere kerk in zicht, zoals Kerk in Actie.” Met de plaatselijke gereformeerde kerk wordt op het vlak van evangelisatie en jeugdwerk samengewerkt. Jaarlijks zijn er vijf gezamenlijke diensten. Eens per jaar ruilen de predikanten van kansel.
De kerk heeft haar plaats in het dorp. De Bruin: „Bij de jaarlijkse rommelmarkt en de Kringloopkas, waar ook spullen ten bate van het onderhoud van de kerk worden verkocht, helpen niet-gemeenteleden mee. De kerk is evengoed hun kerk. Bij het open huis op tweede paasdag, ter gelegenheid van 200 jaar kerkgebouw, was er ruime belangstelling vanuit het dorp.”