Recensie: Holland Baroque brengt Bachtranscripties voor barokorkest
Het bewerken van Bachs muziek heeft oude papieren. Belangrijke dirigenten en componisten uit de 20e eeuw schrokken er niet voor terug om het kleinschalige repertoire van Bach te arrangeren voor groot symfonieorkest.
Hoewel deze bewerkingen nog steeds klinken in concertzaal en op cd, zijn Bachadaptaties momenteel vooral stijlgetrouw. In dat kader is ”Bachs Königin” een prijzenswaardig voorbeeld van deze recente ontwikkeling. Ensemble Holland Baroque, spelend op barokke strijk- en blaasinstrumenten, voert hier enkele Bachwerken voor orgel uit in transcripties voor orkest. Zussen Judith en Tineke Steenbrink tekenden voor de meerstemmige bewerkingen van twee triosonates, een concerto, enkele koraalzettingen en de beroemde Passacaglia.
Bij laatstgenoemd werk wreekt zich enigszins het relatieve tekort aan variatie in klankkleur en dynamiek van het kamerorkest, vergeleken met het origineel voor orgel. Dit wordt voor een deel goedgemaakt door het comprimeren van lange frases, het gedurfd wijzigen van een mineurpassage (c-klein) in de gespiegelde majeurtoonsoort (Es-groot) en het toepassen van octaafparallellen, maar honderd procent bevredigend is het niet.
Toch klinkt de gehanteerde transcribeerformule (uitbreiding van het stemmenmateriaal door uit te gaan van een denkbeeldige becijferde bas) over het gehele album erg overtuigend. Hoogtepunt is het concerto BWV 592, oorspronkelijk gecomponeerd als vioolconcert door Johann Ernst Prinz von Sachsen-Weimar, vervolgens door Bach herschreven voor orgel en hier gepresenteerd als briljant concerto grosso.
Bachs Königin – Holland Baroque; Pentatone (PTC 5186 971); € 20,-; bestellen: www.hollandbaroque.com