Overijssel moet van rechter schadebedrag ‘kanaaldrama’ herzien
Omwonenden van het kanaal Almelo-De Haandrik krijgen mogelijk meer subsidie om de schade aan hun woningen te vergoeden. De bestuursrechter in Zwolle bepaalde woensdag dat de provincie Overijssel opnieuw moet kijken naar de bezwaren die omwonenden hebben gemaakt tegen de hoogte van de verkregen subsidies.
Enkelen van hen waren naar de rechter gestapt. Ze zeggen recht te hebben op meer geld dan ze hebben gekregen, omdat niet alle schade zou zijn meegenomen in de rapporten.
De al jaren slepende affaire staat bekend als het kanaaldrama. Tussen 2011 en 2016 werden delen van het ruim 30 kilometer lange kanaal Almelo-De Haandrik uitgediept en verbreed en zo toegankelijk gemaakt voor grotere schepen. Ook werden nieuwe damwanden in de grond geslagen. In de jaren daarop kreeg de provincie Overijssel echter ruim vierhonderd schademeldingen van omwonenden van het kanaal. Zij kregen te maken met verzakkingen, scheuren en funderingsproblemen in hun huizen.
De provincie stelde een schaderegeling op, maar zowel over de hoogte daarvan als de voorwaarden ontstond een slepend conflict. Mona Keijzer werd eerder dit jaar aangesteld als bemiddelaar. De voormalig staatssecretaris voert gesprekken met alle betrokken partijen en presenteert na de zomer haar bevindingen.
Overijssel keert een schadevergoeding uit als uit onderzoek blijkt dat de schade is veroorzaakt door baggerwerkzaamheden. Als er geen directe link kan worden aangetoond, kunnen omwonenden nog wel aanspraak maken op een subsidie om (een deel van) de schadereparatie te betalen. Onenigheid over de hoogte van die subsidie leidde dit jaar in vier gevallen tot een rechtszaak.
Volgens enkele bewoners heeft het hiervoor door de provincie ingeschakelde expertisebureau het schadebedrag te laag ingeschat. Ze vroegen zelf een ander bureau om een contra-expertise. Volgens de bestuursrechter moet de provincie de bevindingen van deze schade-expert ook meenemen in het vaststellen van het subsidiebedrag of anders beter motiveren waarom de berekeningen van deze deskundigen niet juist zouden zijn. De rechter zei niet bevoegd te zijn om zich uit te spreken over de vraag of de klagers recht hebben op een schadevergoeding in plaats van een subsidie. Daarvoor moeten ze naar een burgerrechter toe.
De provincie laat weten geen hoger beroep aan te tekenen. „De uitkomsten worden betrokken bij lopende zaken en waar nodig zal een herstelbesluit genomen worden”, aldus een woordvoerster.