Vangnet moet 'korting' op basisscholen corrigeren
Kleine basisscholen kunnen er 10 procent aan inkomsten op achteruit gaan als zij volgend jaar meer financiële vrijheid krijgen. Dat heeft minister Van der Hoeven (Onderwijs) dinsdag in de Tweede Kamer erkend.
De minister tilt daar echter niet zo zwaar aan, omdat dat percentage via nabetalingen zal worden gecorrigeerd. Bovendien stelt Van der Hoeven een vangnet in het vooruitzicht als scholen het gedurende langere tijd met minder overheidsgeld moeten doen dan voorheen.
„Dit is geen bezuiniging", aldus de bewindsvrouw. „Scholen zullen niet omvallen. Gemiddeld gaan de scholen er niet op achteruit." Het Tweede-Kamerlid De Vries (CDA) noemde een inkrimping van 10 procent voor een school met een budget van 1 miljoen euro onverantwoord. Ook de andere fracties hadden ernstige bedenkingen.
Met de financiële zelfstandigheid van scholen wil de Kamer tegelijk de medezeggenschap van ouders en personeel regelen. „Want de financiële vrijheid moet niet alleen die van de schoolbesturen worden", zoals het Kamerlid Kraneveldt (LPF) het uitdrukte. De minister ziet geen noodzaak voor gelijktijdigheid.
Van der Hoeven deelt de zorgen van de Kamer over de boekhouding van de scholen. Uit experimenten is gebleken dat veel scholen niet goed zijn voorbereid op een grotere financiële zelfstandigheid. Veel scholen zijn niet op de hoogte van de precieze omvang van het personeelsbestand en de hoogte van de kosten voor de school als werkgever.
Van der Hoeven: „Alle besturen zijn daarover benaderd. Zij moeten zicht krijgen op de oorzaken van de herverdelingseffecten." De Kamer is er niettemin voor dat scholen met ingang van augustus 2006 zelf beslissen over hun materiële en personele uitgaven.