Nederland zet vooral in op wederopbouw
Nederland lijkt bij de hulp aan de Aziatische landen die getroffen zijn door de zeebeving vooral de nadruk te willen leggen op de wederopbouw. Voor eerste hulp door bijvoorbeeld het fregat de Tjerk Hiddes dat in de buurt van het Arabisch schiereiland opereerde, werd niet gekozen. De Tweede Kamer spreekt woensdag met de ministers Bot (Buitenlandse Zaken) en Van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) over de Nederlandse inspanningen in het getroffen gebied.
Het kabinet heeft tot nu toe 240 miljoen euro opzij gezet voor hulp aan de getroffen gebieden. Veertig miljoen is bestemd als noodhulp, 200 miljoen voor de wederopbouw over een periode van vijf jaar. Daarnaast is nog eens 24 miljoen euro gereserveerd voor de kosten van een tijdelijke bevriezing van de schuldenlast van Indonesië en Sri Lanka.
De Tjerk Hiddes bevond zich tijdens de ramp binnen het bereik van de zwaar getroffen gebieden in Sri Lanka en Atjeh. Het schip beschikt over een helikopter, een waterzuiveringsinstallatie en een arts. Toch besloot het kabinet geen schepen naar het rampgebied te sturen, waar overigens wel Britse, Amerikaanse en Australische marineschepen actief werden.
Waar Nederland in ieder geval veel indruk mee heeft gemaakt, is het Rampen Identificatie Team (RIT). De werkwijze van het team werd de standaard voor het identificeren van slachtoffers in het rampgebied.
Verder heeft de KDC10 van de luchtmacht een aantal hulpvluchten gemaakt. Het toestel keerde dinsdag terug van een missie van een week tussen Beijing en Indonesië en SriLanka. In totaal werd 220 ton vracht overgevlogen naar Batam en Colombo. Het transportvliegtuig werd eerder op oudejaarsnacht ingezet en nog eens op 4 januari.
Defensie leverde daarnaast nog twee luchtverkeersleiders voor Atjeh en luchtverkeersleidingsapparatuur. Voorts zijn er nog enkele militaire tandartsen actief in Indonesië.
Van de Nederlandse noodhulp is inmiddels 30 miljoen belegd. Indonesië krijgt met 13 miljoen het leeuwendeel en voor Sri Lanka is tot nu toe 7 miljoen uitgegeven. Verder ging 2 miljoen naar het Rode Kruis, eveneens 2 miljoen voor Save the Children en 1 miljoen voor ZOA Vluchtelingenzorg. Daarnaast heeft Van Ardenne nog 5 miljoen overgemaakt naar giro 555, voor de samenwerkende hulporganisaties. Alle hulporganisaties dienen samen te werken met de VN. Over de besteding van de resterende 10 miljoen wordt nog gepraat op het ministerie.
Ook het geld voor de wederopbouw zal voornamelijk ten goede komen aan Indonesie en Sri Lanka. Thailand en India hebben te kennen gegeven het vooralsnog zoveel mogelijk op eigen kracht te willen doen.
Hoe de verdeling uitvalt kon Buitenlandse Zaken nog niet zeggen. Herbouw van scholen en schoon water krijgen prioriteit. Of er sprake zal zijn van (deels) gebonden hulp, de verplichting om Nederlandse bedrijven in te schakelen of Nederlandse goederen af te nemen, kon het ministerie ook nog niet zeggen.