Tweede Kamer wil uitleg over Omtzigtrel
Vier oud-verkenners moeten de Tweede Kamer binnen een week duidelijkheid geven over wat zij tijdens de laatste kabinetsformatie hebben gewisseld over Pieter Omtzigt.
Het gaat om Kajsa Ollongren (D66), Annemarie Jorritsma (VVD) en hun opvolgers Wouter Koolmees (D66) en Tamara van Ark (VVD). Ook oud-Kamervoorzitter Arib moet de Kamer inlichtingen verschaffen.
Een meerderheid van de Tweede Kamer ging akkoord met een voorstel daartoe van BBB-fractievoorzitter Caroline van der Plas.
Zaterdag onthulde Nieuwsuur dat Omtzigt vooral in de ogen van Jorritsma een bedreiging zou kunnen zijn voor de stabiliteit van een coalitie met daarin ook het CDA. Om die reden vroeg Jorritsma Arib de verkennende fase op z’n minst te verlengen totdat de Kiesraad uitsluitsel had gegeven over het aantal voorkeurstemmen dat op de toenmalige CDA’er waren uitgebracht. Zaterdag bracht Nieuwsuur de aantekeningen van dat gesprek met Arib naar buiten. In eerdere verslagen van de formatie is er niets over dit gesprek met het parlement gedeeld. Een verzoek om opheldering vond een Kamermeerderheid dan ook op zijn plaats.
Later volgt er mogelijk nog een debat of een hoorzitting met de vier oud-verkenners en Arib.
Als het aan Van der Plas had gelegen was de Kamer dinsdag nog een stap verder gegaan en was er meteen al een debat geagendeerd. Daarvoor was echter geen meerderheid. Reden daarvoor was dat er dinsdag ook nog een gesprek gepland stond tussen de Kamer en de onderzoekers die op verzoek van Kamervoorzitter Bergkamp de kabinetsformatie evalueerden. Voorzitter Carla van Baalen van die commissie noemde de manier waarop Jorritsma en Ollongren hun verkennersrol invulden in dat gesprek ongebruikelijk.
Onder meer SP-Kamerlid Renske Leijten wilde dinsdag van de evaluatiecommissie weten van wie de woorden ”Pieter Omtzigt, functie elders” afkomstig waren. Daar opheldering over krijgen „behoorde niet tot onze opdracht”, zei Van Baalen. „Dat is een vraag die u aan betrokkenen moet stellen”, zei commissielid Bovend’Eert.
De expert noemde het schadelijk voor het vertrouwen in de politiek dat deze kwestie al zo lang onopgehelderd blijft. „De betrokkenen hebben geen openheid van zaken gegeven. Niet tijdens het debat, later niet en nog steeds niet.”