Kabinet vreest dat landen hun greep op het internet vergroten
Het internet moet een publieke plek blijven waar niet alleen landen de regels bepalen, vindt het kabinet. Daarom probeert onder anderen minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) te voorkomen dat de Verenigde Naties (VN) het gezag op internet naar zich toe trekken, zoals landen als China en Rusland willen. Dat staat in de internationale cyberstrategie die hij samen met andere kabinetsleden naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De „neutrale, apolitieke en technische benadering” van het internet staat volgens het kabinet onder druk. Als het aan China en Rusland ligt, komt het beheer van het internet voor een belangrijk deel in handen van internationale organisaties als de International Telecommunications Union (ITU). Deze organisatie is onderdeel van de VN, waarin deze autoritair geleide landen een belangrijke stem hebben.
Nederland probeert zich internationaal hard te maken voor het idee dat „alle belanghebbenden op gelijke voet kunnen meekijken, praten en beslissen over ontwikkelingen van en wijzigingen in de publieke kern van het internet”. De vrees van het kabinet is dat de technische gemeenschap, bedrijven en maatschappelijke organisaties minder te zeggen krijgen als de invloed van de VN groter wordt.