Ds. Schenau: Admissie-examen is best een compact gebeuren
Apeldoorn. Hoe gaat een admissie-examen in de CGK eigenlijk in zijn werk? „Het is best een compact gebeuren. Als curatorium ontmoet je zo’n broeder een uur. Daarna word je geacht een heel ingrijpend besluit te nemen.”
Volgende week vinden aan de TUA de admissie-examens plaats. Wat gebeurt er dan ook alweer precies? De persoon die een roeping voelt tot het predikantschap en die dat voor de deadline via een brief aan het curatorium liet weten –en die ook een attest heeft van zijn kerkenraad en twee referenties–, wordt op de betreffende dag ontvangen door een admissiale student. „Die doet een gebed met hem”, vertelt ds. Schenau. „Ook legt hij hem vier onderwerpen voor. Over een daarvan moet hij, binnen een uur, een opstel schrijven. Ook wordt hij getoetst op basale kennis van de Bijbel en de belijdenis. Daarna wordt hij hartelijk verwelkomd door het negenkoppige curatorium, vaak aangevuld met één of meerdere hoogleraren. Hij leest dan zijn opstel voor. Vervolgens ontwikkelt zich een gesprek, waarin het onder meer gaat over zijn genadestaat, de vreze des Heeren, de persoonlijke omgang met God, of hoe je dat maar wilt aanduiden. Ook over zijn beweegredenen voor het predikambt. En ook over hoe hij aankijkt tegen het kerkverband en de plek die hij daarin hoopt in te nemen.”
Al met al best een „compacte gebeurtenis”, aldus ds. Schenau. „Want direct daarna maakt het curatorium zijn afweging en krijgt de student de uitslag te horen. Dus na een ontmoeting van een uur word je als curatorium geacht een heel ingrijpend besluit te nemen.”
In welke fase van de studie iemand zich voor het admissie-examen meldt, verschilt. „Vroeger kwam het vaker voor dat mensen dit helemaal aan het begin van de studie deden. Nu zijn ze vaak al een paar jaar aan het studeren voor ze deze stap zetten.”
Het aantal studenten dat wordt toegelaten verschilt natuurlijk. In 2022 waren dat er drie, in 2021 twee, in 2020 vier. Het aantal aanmeldingen, dat nooit bekend wordt gemaakt, is in elk geval „niet meer zo hoog als het vroeger wel was”, constateert ds. Schenau.
Opmerkelijk was dat het curatorium begin april een oproep in De Wekker plaatste, met als boodschap: de deadline komt eraan en er zijn tot nu toe geen aanmeldingen. Ds. Schenau: „Zo’n oproep door de secretaris van het curatorium is, denk ik, inderdaad uniek. Hij wilde een bepaalde zorg neerleggen. Gelukkig zijn er uiteindelijk wel degelijk aanmeldingen gekomen. Daar zijn we dankbaar voor. We kunnen veel praten over de procedure en die ook enigszins veranderen, maar we blijven afhankelijk van Gods zegen. Daarom moeten en mogen we dit werk, gelukkig, steeds biddend doen.”