„We hebben er allemaal belang bij dat het vertrouwen in de politiek en de volksvertegenwoordiging wordt hersteld en beter wordt”, zei fractievoorzitter Sebastiaan Stöteler van de PVV, een van de initiatiefnemers. Zes Statenleden van zes verschillende partijen in Overijssel (waaronder D66, SP en JA21) dienden al ruim twee jaar geleden een initiatiefvoorstel in, dat na diverse gesprekken werd aangehouden. Het voorstel is nu in aangepaste vorm opnieuw ingediend en werd woensdag besproken tijdens een commissievergadering. Daar bleek dat de meningen verdeeld zijn, onder meer over de vraag of Statenleden de uitkomst van zo’n referendum dan ook moeten opvolgen.

De indieners hebben al een uitgebreide verordening opgesteld met daarin de regels. Zo moet in eerste instantie het verzoek tot een correctief referendum worden gesteund door minimaal duizend inwoners van Overijssel.

Volgens fractievoorzitter Annemieke Wissink van de PvdA zijn er, vanwege de rol van de provincie, slechts weinig onderwerpen waarover een volksraadpleging gehouden kan worden. „Je creëert zo verwachtingen dat burgers zeggenschap krijgen. Maar is het niet een ‘dode mus-verordening’?” Stöteler erkende dat mogelijkheden voor een correctief referendum beperkt zijn, maar zei ook: „iets is beter dan niets”.

Onder meer de VVD, SGP en GroenLinks, partijen die momenteel met PvdA en de BBB onderhandelen over een coalitieakkoord, zien de invoering van een dergelijk referendum niet zitten. BBB, met zeventien zetels veruit de grootste partij, is wel voor meer burgerparticipatie.

Statenlid Ingeborg Hoogveld van JA21 sprak van „koudwatervrees” bij de partijen die tegen zijn. „Ik ben ervan overtuigd dat de inwoners van Overijssel prima in staat zijn om een vraag met ’ja’ of ’nee’ te beantwoorden. Het zou mooi zijn als de Statenleden over hun eigen schaduw heen kunnen springen en dit niet zien als een inperking van de eigen macht.” Op 21 juni praten de Provinciale Staten hier verder over.