Amsterdam overweegt vernoemen slavenschepen
Het stadsdeel Amsterdam-Centrum wil twee straten in een nieuwe wijk op het Westerdokseiland vernoemen naar de voormalige slavenschepen de Winthont en de Leliëndaal.
GroenLinks is verbaasd over de namen en noemt het „ongepast”, aldus GroenLinks-deelraadslid M. de Goede maandag. Als het stadsdeel de namen wil gebruiken, moet er op zijn minst aandacht gevraagd worden voor het slavernijverleden, vindt De Goede. Dit kan volgens hem in de vorm van een plaquette met een uitleg of een kunstwerk ter nagedachtenis aan de slaven die met deze schepen werden vervoerd.
Het stadsdeel wilde de straten in eerste instantie de Eerste, Tweede en Derde Westerdoksdijkdwarsstraat noemen. „Maar dat is wel erg lang”, aldus een woordvoerster van het stadsdeel. Volgens De Goede kwam iemand op het idee op de straten naar historische schepen te noemen.
Het bestuur van het stadsdeelkantoor bereidt zich volgens de woordvoerster voor op een reactie. „De stedelijke straatnamencommissie heeft de namen gekozen, dus er is wel zorgvuldig naar gekeken.”
Toen De Goede de namen hoorde, ging er bij hem een belletje rinkelen. „Op de lagere school had ik een model van de Winthont gezien.”
De faculteit geschiedenis van de Universiteit Leiden en het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (Ninsee) gingen voor het deelraadslid op onderzoek uit.
Uit archieven blijkt dat de West-Indische Compagnie in de periode 1699-1701 tweemaal een schip met de naam Winthont heeft uitgezonden voor een slavenreis tussen West-Afrika, Curaçao en Suriname. „Tijdens deze reizen vielen er veel doden en is er onnoemlijk veel menselijk leed veroorzaakt”, aldus De Goede.
Met het tweede schip, de Leliëndaal, heeft de Middelburgse Commercie Compagnie tussen oktober 1730 en juli 1732 een handelsreis naar West-Afrika gemaakt. Het is volgens De Goede zeer waarschijnlijk dat dit schip slaven aan boord had. „Dat was erg gebruikelijk in die tijd.”