Zuid-Holland gaat ‘luie’ inwoners stimuleren om meer te bewegen
Inwoners van Zuid-Holland bewegen minder vergeleken met andere delen van het land en dus gaat de provincie actie ondernemen. De Gedeputeerde Staten hebben ingestemd met de aanbevelingen in een onderzoek van onder meer het Mulier Instituut naar het ‘beweeggedrag’ van Zuid-Hollanders. „Het is aan het komend college van GS om op grond van dit onderzoek tot beleidsrijke keuzes te komen die Zuid-Holland meer in beweging brengen”, zegt Anne Koning, de huidige gedeputeerde voor Recreatie en Sport.
In het zogeheten Toekomstonderzoek Beweegvriendelijk Zuid-Holland staat dat de provincie met de meeste inwoners lager dan gemiddeld scoort wat betreft bewegen. In Zuid-Holland voldoet 47,3 procent van de beweegrichtlijnen, terwijl het landelijk gemiddelde op ruim 50 procent ligt. Vooral jongeren en ouderen bewegen in Zuid-Holland aanzienlijk minder dan in andere provincies. De richtlijnen schrijven voor dat kinderen van 4 tot en met 17 jaar in ieder geval een uur per dag matig intensief bewegen en volwassenen en ouderen 2,5 uur per week. Het Rijk heeft de ambitie dat in uiterlijk 2040 driekwart van de bevolking hieraan voldoet.
Met name inwoners van de gemeenten Ridderkerk, Krimpen aan den IJssel en Hellevoetsluis scoren volgens de onderzoekers heel laag wat betreft voldoende beweging. In onder meer Zoeterwoude, Leiden en Voorschoten ligt het aandeel juist hoger dan het landelijk gemiddelde.
Volgens de onderzoekers is „brede stimulering van bewegen” nodig om in Zuid-Holland te gaan voldoen aan de richtlijnen. Ze benoemen hiervoor specifieke groepen, zoals ouderen, tienermeiden en mensen met een niet-westerse migratieachtergrond. „Voor deze groepen kan wat meer beweging veel gezondheidswinst opleveren.”
De onderzoekers adviseren de provincie om fietsen, wandelen en ook het openbaar vervoer aantrekkelijker te maken als alternatief voor de auto, zeker naar school of werk. Door te zorgen dat dagelijkse voorzieningen zoals winkels altijd in de buurt zijn en dat fiets- en looproutes langs groen en water gaan, kan beweging volgens de onderzoekers gestimuleerd worden.