Zeven Arubaanse vrouwen vertaalden Nieuwe Testament in het Papiaments
In 1916 verscheen het Nieuwe Testament in het Papiaments. Zeven protestantse Arubaanse vrouwen verrichtten het vertaalwerk. Ds. J. Rinzema: „Geen mannen dus; geen Curaçaose vrouwen; geen rooms-katholieken.” Hernieuwde aandacht voor hun werk past goed in de viering van tweehonderd jaar Protestantse Kerk op Aruba.
Als ds. (Jan) Rinzema een eerste telefoontje krijgt vanuit Oranjestad, denkt hij nog dat dit een dorp in Drenthe is. Het blijkt Aruba te zijn. Na een kennismaking van drie maanden („een openbaring!”) betrekken hij en zijn vrouw, september vorig jaar, de protestantse pastorie aan de Bilderdijkstraat in Oranjestad. Hij is er nu herder en leraar van de Protestantse Gemeente van Aruba (PGvA), voor twee van de vier kerken: die van Oranjestad en Seroe Colorado. De PGvA is niet aangesloten bij de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en er is ook geen kerkelijke band met de protestantse gemeenten op Curaçao en Bonaire. Aruba kent nog de ”zilveren koorde” tussen kerk en overheid: ds. Rinzema is ambtenaar, de overheid betaalt zijn salaris.
Zee
De 64-jarige predikant merkte bij zijn start op Aruba dat veel leden van zijn gemeente niet meer naar de kerk kwamen of elders kerkelijk onderdak vonden. „Ik heb me laten bijpraten over de families die vroeger zo loyaal aan de kerk waren, zoals Kuiperi, Croes, Eman en Roos. Waar zijn hun nakomelingen gebleven? Ik wil ze weer bij elkaar brengen als één family onder Gods Woord.”
Wie zijn kerk wil begrijpen moet eerst naar de geschiedenis kijken, weet ds. Rinzema. Hij duikt in de archieven en komt zo meer te weten over het kerkgebouw aan de Wilhelminastraat. „De op 1 januari 2001 zo plotseling overleden, legendarische ds. A. van den Doel heeft ons gebouw haast eigenhandig gerestaureerd. In zijn ene hand de Bijbel, in zijn andere hand een waterpomptang. Hij restaureerde met symboliek: je ziet in het interieur veel Bijbelse elementen van de zee terug, heel mooi voor een kerk op een eiland.”
Monsterklus
In de oude protestantse kerk van 1846, een beschermd monument naast het huidige en veel grotere kerkgebouw uit 1950, treft ds. Rinzema het ”Ds. A. van den Doel Bijbelmuseum” aan. De collectie omvat oude Bijbels, kunstwerken en andere religieuze objecten. Er ligt zelfs een exemplaar van de bundel ”Uytspanningen” van predikant-dichter Jodocus van Lodenstein uit 1695.
Zijn oog valt echter speciaal op het Papiamentstalige Nieuwe Testament uit 1916. „Ik was gewoon nieuwsgierig: hoe kwam dit werk tot stand?” Hij ziet er een passend thema in voor de viering van het 200-jarig bestaan van de Protestante Gemeente van Aruba. De theoloog vormt een team ‘bijbeldetectives’ met een literatuurwetenschapper, een socioloog en mensen van het Nationaal Archief en de Nationale Bibliotheek. Samen valt het hun op dat niet de toenmalige protestantse predikant ds. Gerrit Eijbers de echte vertaler was, maar zeven Arubaanse vrouwen uit diens gemeente. Ds. Rinzema: „Ze namen de Statenbijbel en in vier jaar tijd vertaalden ze het Nieuwe Testament bladzijde voor bladzijde. Het was een monsterklus: vijfhonderdvijfendertig pagina’s, tweehonderdzestig hoofdstukken en bijna achtduizend Bijbelverzen.” Ds. Eijbers deed alleen de eindredactie: hij vergeleek de vertaling van de vrouwen met de Griekse grondtekst.
Gezicht
„Papiaments is tot dan toe een spreektaal waar eigenlijk op werd neergekeken”, zegt ds. Rinzema. „Het was pionieren, deze Arubaanse vrouwen vertaalden naar een taal waar geen grammatica voor vast lag. Ook moesten er knopen worden doorgehakt over de spelling.”
Zo ontstond in Oranjestad een schrijfwijze van het Papiaments die ook voor Curaçao en Bonaire normatieve waarde kreeg. Het Nederlands Bijbelgenootschap gaf de vertaling uit. De eerste druk betrof duizend exemplaren. Van de achtduizend Arubanen waren er destijds zeshonderdvijftig protestants. Een deel van de eerste druk ging naar Curaçao en Bonaire. Later volgden er herdrukken. Bij ds. Rinzema voel je de humor van de geschiedenis: „In die tijd was Curaçao toonaangevend, maar de Bijbels gingen van het toen arme Aruba naar Curaçao en niet andersom.”
De predikant noemt nog iets opmerkelijks: „In de kerk van toen waren dus zeven intelligente vrouwen te vinden die baanbrekend werk verrichtten voor de regionale cultuur en geschiedenis. Ze gaven het Papiaments een enorme slinger.”
Meer dan honderd jaar later wil hij die vrouwen een gezicht geven. „Als ik van alle zeven een levensbeschrijving en een foto heb, maken we er een tentoonstelling over in ons Bijbelmuseum.”
Pioniersrol
Ds. Rinzema preekt nog even voor eigen parochie als hij de pioniersrol van de protestanten benadrukt: „Er heerst een beeld op Aruba dat de Protestantse Kerk wat elitair is en aan het Nederlands als kerktaal hangt, terwijl de Rooms-Katholieke Kerk als volkskerk het Papiaments verkiest. Maar dat was dus niet zo. Toen de katholieken niet veel verder waren dan een paar vertaalde evangeliën, tekenden juist de protestanten voor het hele Nieuwe Testament in de volkstaal. God openbaart zich in de Heilige Schrift, voor protestanten is het geschreven woord van belang. Rooms-katholieken zijn meer gericht op rites en het collectieve ceremonieel; protestanten meer op de individuele relatie met God. Voor dat laatste heb je de Bijbel nodig, het liefst in de volkstaal dus.”
Doopdiensten
Ds. Rinzema geniet zichtbaar van zijn huidige werk in de kerk, die ’s zondags weer duidelijk voller wordt. „Arubanen zijn direct aanspreekbaar op God. Dat God bestaat is hier geen vraag, maar een gegeven. Mijn gemeenteleden praten heel open over hun geloof. Nederlanders doen dat omfloerster, veel meer vragenderwijs. In Nederland zitten veel gelovigen in een krimpscenario, hun kerk wordt leger en dat maakt onzeker.”
Lijkt Covid in Nederland inderdaad een duidelijke teruggang in het kerkbezoek te hebben veroorzaakt, op Aruba ziet ds. Rinzema een omgekeerd effect: „Door Covid hebben veel mensen ontdekt dat niet alles in het leven te plannen is. Dat je meer afhankelijk bent van een groter geheel. Dat er een hogere macht is waar men meer van wil weten. Allemaal redenen waaruit ik verklaar dat er dit jaar veel meer doopdiensten zijn en waarom er zo veel meer mensen belijdenis van hun geloof willen doen.” Belijdeniscatechisanten bevragen de predikant over kernzaken van het geloof, zegt hij: Gods Geest en Gods voorzienigheid. Dat laatste woord hoorde hij in Nederland niet vaak meer. „Opvallend: in de groep zitten veel hoger opgeleiden. Het is alsof de intelligentsia de kerk weer opzoekt.”
Ds. Rinzema: „Hier neemt men geen genoegen met halve antwoorden. Mensen doen een beroep op andere zintuigen van mij. Ze trekken heel andere laatjes bij mij open. Ik krijg veel authentieke en veel existentiële vragen. Dat vernieuwt mijn denken. Hier gaat het om de persoonlijke verhouding tot God en minder om de milieuproblematiek of de derde wereld. Die wereldgerichte kant zou overigens misschien wat sterker kunnen zijn.”
Door Covid staan mensen ook meer open voor zingeving, merkt hij. „Het woord ”religie” komt van het Latijnse ”verbinding”. Mensen zoeken vandaag verbinding met God, met anderen en met hun diepste zelf. Dat zie je in meditatie, yoga en andere vormen van spiritualiteit. Het christelijke geloven is specialist in verbinding: met God, met de ander en met jezelf. Je ziet datzelfde ook terug in de samenvatting die Jezus geeft van alle geboden: „God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf.””