Meer geestelijke hulp nodig in Sri Lanka
COLOMBO/DEN HAAG(ANP) - Sri Lanka is door de verwoestende vloedgolven van 26 december zeker 13.000 kinderen kwijtgeraakt, ongeveer eenderde van het totale aantal slachtoffers. „De veerkracht van de kinderen die overleefden is evenwel bijzonder. Zij hebben echter meer nodig dan cement en stenen.”
Volgens Henk Franken, directeur van Unicef Nederland, moet nu vooral de psychosociale hulp goed op gang komen, zowel voor de ouderen als de kinderen. Hij sloot zondag een korte reis naar de oostelijke kuststreek van Sri Lanka af. „Ik heb zo veel mensen zonder ziel gezien. Mensen met een enorme leegte”, laat Franken vanaf het eiland weten.
Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Naties, heeft intussen al meer dan veertig lokale hulpverleners getraind om psychosociale begeleiding te geven. Binnenkort worden nog 150 mensen voor dat doel opgeleid.
Wat Franken opviel is de grote veerkracht van de kinderen. „Ze willen verder, ze willen weer naar school. Een probleem is wel dat veel scholen vernield zijn of voor de opvang van ontheemden worden gebruikt. We zijn dan ook een programma begonnen om kinderen in elk geval weer aan het leren te krijgen”, aldus de directeur. „Daarvoor hebben we al veel schoolmateriaal voorhanden en zijn we al aan de slag.”
Het is volgens de Unicef-directeur „urgent dat de Srilankaanse overheid duidelijkheid verschaft over de toekomstige woonplaatsen van de getroffenen. Veel mensen weten nog steeds niet waar ze naartoe moeten. Er is ook onduidelijkheid over de vraag waar nog wel en waar niet meer gebouwd mag worden langs de kust. Die helderheid moet er snel komen. Er moeten knopen worden doorgehakt.”
De directeur van Unicef Nederland wijst ook op de noodzaak tot coördinatie van de hulp. In het oosten loopt het redelijk, maar zeker in het zuidwesten lopen hulporganisaties elkaar soms voor de voeten. „Ik roep iedereen die wil komen helpen ertoe op goed te overleggen over de activiteiten met de nationale overheid. De fase van noodhulp is hier voorbij. Eerst goed informeren, dan hulp verlenen.”
Volgens tellingen van Unicef en het Rode Kruis hebben zeker 3200 kinderen op Sri Lanka door de ramp een ouder verloren. Volgens een voorlopige inventarisatie raakten 1100 kinderen beide ouders kwijt. „Duizend van hen zijn opgevangen door familie of in de gemeenschap. Ongeveer honderd kinderen zijn helemaal alleen”, aldus Franken. Hij benadrukt dat het aantal geregistreerde wezen nog wel zal toenemen.
„Ik weet dat er allerlei initiatieven zijn voor weeshuizen op Sri Lanka. Maar dat is echt voor een groep die uiteindelijk helemaal buiten de boot valt. Dat is een gering deel van het probleem. De aanpak moet toch vooral zijn om binnen de gemeenschap zelf opvang te zoeken en om te zoeken naar familieleden. Het is op Sri Lanka ook gebruikelijk om kinderen in de gemeenschap op te vangen.”
Marja van Leeuwen van de stichting Weeshuis Sri Lanka, een van de succesvolste Nederlandse particuliere hulpinitiatieven na de ramp, onderstreepte zondag ook de noodzaak van opvang van weeskinderen door de Srilankanen zelf. „Maar ik ben zelf net terug van Sri Lanka en ik kan zeggen dat er nog helemaal geen volledig beeld is. Wij werken samen met onder anderen een arts die in opvangkampen werkt. Over aantallen weeskinderen is gewoon nog geen duidelijkheid. Een officiële telling is er nog niet en er zijn nog altijd zo veel vermisten.”
Van Leeuwen zegt dat ook haar weeshuis een doorgangshuis zal zijn. „Ook wij willen dat kinderen in de gemeenschap worden opgevangen, maar lang niet altijd hebben degenen die zich over een kind ontfermen daarvoor de middelen en voor honderden kinderen zal er niets zijn. Ik weet van onze mensen op het eiland dat de vraag naar onze opvang heel groot is en dat we ook voor de lange termijn noodzakelijk blijven.”