Ds. De Mots 25 jaar predikant: „Hoop op Gods beloften”
„Verwacht grote dingen van God.” Het is een terugkerend refrein in het spreken van ds. E. de Mots. De predikant uit Ridderkerk werd op 24 mei 1998, woensdag 25 jaar geleden, in het ambt van dienaar van het Goddelijk Woord bevestigd.
Juist in deze week voor Pinksteren roept de predikant ertoe op om te volharden in het gebed om de Heilige Geest. „Met de opstanding van de Heere Jezus en de komst van de Heilige Geest is er zoveel kracht vrijgekomen. God heeft ons in deze tijd geroepen om christen te zijn. Hij heeft en geeft nog steeds diezelfde kracht, Hij weet wat we nodig hebben.”
Uitgestoten
Evert de Mots groeide op op de Veluwe, in een gezin waar het Woord van God een belangrijke plek innam. „Het horen van dat Woord zette mij op het spoor van de Heere en Zijn dienst. Na de havo heb ik een tijdje de pabo gedaan. Via wat omwegen kwam ik uiteindelijk op de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Bond in Zeist, een soort vooropleiding voor de academische theologiestudie. Na de studie in Utrecht ben ik in 1998 geroepen naar de hervormde kerk van Hagestein.”
Nu doet ds. De Mots al 25 jaar „het mooiste werk. Ik ben er verwonderd over dat God mij geworven heeft voor Zijn dienst en mij er nog steeds in gebruikt. „Uw liefdedienst heeft mij nog nooit verdroten.” Mijn ambtswerk is ook een verhoring van het gebed van mijn grootouders. Zij vroegen de Heere of een kleinkind uitgestoten mocht worden in Zijn wijngaard. Ik heb het zelf niet gezocht, mijn roeping en dienst komen bij de Heere vandaan.”
Geploeter
Blijdschap ligt er voor de predikant vooral in de zondag. „De prediking is de kern van mijn werk. Het is een opgave en vooraf soms echt een geworstel en een geploeter. Maar ik mag de beste boodschap verkondigen die er is. Het is doorgeven wat van Hem is, en ik gun het iedereen. Over Zijn onnaspeurlijke rijkdom raak ik niet uitgepreekt.”
Voor ds. De Mots is het leven vanuit de beloften van God cruciaal. „Als ik mijn hoop niet op Hem zou hebben, zat ik hier niet meer. We zijn geroepen om te zien op de belovende God. Zijn Woord zal niet leeg weerkeren. De Geest van Pinksteren is Dezelfde in kracht, volheid en werking. Te vaak denken we: Hij kan het niet meer, of: ik moet het doen. Met dat laatste lopen we de Heere vaak voor de voeten.”
Het lezen van het Woord en het gebed noemt ds. De Mots „de kanalen waardoor ik me voed. En daar put ik zoveel uit.” Hij draait zich om naar zijn bureau, en zoekt Efeze 2:6 op: „En heeft ons mede gezet in de hemel in Christus Jezus”. „Daar ging de hemelvaartspreek over. Wat een diepten mag je dan delen met de gemeente.”
Het verschilt per gemeente hoeveel respons er komt op de prediking, weet ds. De Mots. Hij wil er geen conclusies aan verbinden. „Je merkt het vanzelf hoe de luisterdichtheid is, of een gemeente stil is en betrokken op het Woord van God. Het belangrijkste vind ik niet of een gemeente van alles onderneemt en of ze genoeg van zich laten horen. Je bent een gezegende predikant als je een biddende gemeente hebt. En ik weet dat er overal bidders zijn. In de gemeente hier in Ridderkerk wordt er op zondagmorgen vroeg al met elkaar gebeden. Zo word je gevuld als predikant. De hoogste activiteit is in de diepte, op de knieën.”
Volheid
De predikant kan er tegelijk ook van getuigen dat er tegen het gebed en het werk van God van alles opkomt. „Bidden is strijden en er komt veel tegenin. In mijn eerste gemeente werd gezegd: De duivel maakt eerst een paar rondjes om de pastorie. Hij wint veel als hij mij weg kan houden van het gebed.”
Soms zijn er dingen in de gemeente die ds. De Mots zorgen baren. „Dan denk ik: Zie je nou, het breekt me bij de handen af. Jongeren in depressie, een catechesegroep waar het Woord op een muur stuit. Maar daar is Zijn werk niet afhankelijk van. Het doet niet af aan de volheid van Zijn genade. Zou Hij er een punt achter zetten, dan zou het verdiend zijn. Maar Hij zet een komma, de God Die niet loslaat wat Zijn hand begon.”
Buitenstaanders
De wijkgemeente Drievliet-Oostendam, waar ds. De Mots geestelijk leiding aan geeft, kent ook een jong wijkdeel, het deel Oostendam. Er zijn ruim honderd catechisanten en er zitten veel kinderen in de kerk. De predikant verheugt zich erover. Tegelijk roept die aanwas soms gemengde gevoelens op. „Er komen best wat jonge stelletjes en gezinnen uit andere kerken. Natuurlijk zijn er genoeg die met oprechte bedoelingen overkomen, hen wil ik niet tekortdoen. Maar ik heb graag dat mensen komen voor het Woord en niet omdat ze bijvoorbeeld denken dat hier „meer mag”. Ik wil geen andere kerken leegtrekken, maar werf liever buitenstaanders.”
Gelukkig kan de predikant daar ook van getuigen. „Pas was er een jongen die nog niet eerder in de kerk was geweest en die vroeg of hij „zomaar” mocht komen. Wat ben ik dan dankbaar dat mensen de weg naar de kerk weten te vinden. Als je ziet dat er een jongere of oudere voor God door de knieën gaat, of die nu al langer bij de kerk is of nog maar pas: alle eer aan de Heere!”