Dat meldt Open Doors in het recent verschenen jaarverslag over 2022. De organisatie heeft afgelopen jaar, na de coronacrisis, „de reguliere hulp aan de vervolgde kerk hervat”. Zij verspreidde onder meer ruim 1,6 miljoen Bijbels en bood meer dan 3,2 miljoen christenen een Bijbelse training. Ook werden 786.599 christenen geholpen met pleitbezorging. Daarnaast verleende Open Doors praktische hulp aan 597.733 mensen en onderhield ze „intensief contact” met 79.657 vervolgde christenen. Ook hield zij zich bezig met onderzoekswerk.

Vooral in Afrika was er sprake van „hevige vervolging” van christenen. Open Doors noemt daarbij onder meer Nigeria, de Democratische Republiek Congo, Mozambique en Mali. Ook vormt geweld tegen christenen een „groeiend probleem” in India, waar de overheid christelijke activiteiten steeds meer aan banden legt. In sommige Latijns-Amerikaanse landen, zoals Nicaragua en Venezuela, kregen kerken eveneens te maken met „meer directe tegenwerking van de overheid”.

Het christendom in het Midden-Oosten kromp als gevolg van een islamitische opleving (Syrië), ernstige economische neergang (Libanon) en het vertrek van christelijke generaties. „Christenen worden beschouwd als tweederangsburgers”, aldus Open Doors.

Het jaarverslag van Open Doors staat ook stil bij het overlijden van oprichter en pionier Anne van der Bijl. Hij overleed in september op 93-jarige leeftijd.