Amerikaan schuldig bevonden aan marteling in Irak
Een Amerikaan is door een rechtbank in zijn thuisland schuldig bevonden aan het martelen van een medewerker van zijn bedrijf in Irak. Hij kon worden vervolgd vanwege een wet over marteling uit 1994. Slechts één Amerikaan is eerder op grond van deze wet vervolgd en veroordeeld.
Het Amerikaanse ministerie van Justitie meldt dat beklaagde Ross Roggio (54) ook schuldig is bevonden aan onder meer samenzwering, illegale wapenexport en witwassen. De man was in 2015 in de Koerdische autonome regio bezig met het opzetten van een vuurwapenfabriek. Hij wilde bij de productie gebruikmaken van onderdelen die illegaal vanuit de Verenigde Staten waren geëxporteerd.
Een medewerker, een man uit Estland, stelde vragen over de praktijken. Volgens de aanklacht liet Roggio Koerdische soldaten de medewerker ontvoeren en 39 dagen vasthouden. Gedurende die periode leidde Roggio ondervragingen en martelingen. Hij liet het slachtoffer bijna stikken met een riem en dreigde een van de vingers af te snijden. Ook gaf hij de soldaten opdracht de medewerker herhaaldelijk te slaan, te taseren en op andere manieren te mishandelen, ook psychisch.
De veroordeling van Roggio staat gepland voor 23 augustus. De zwaarst mogelijke straf in deze zaak is een levenslange gevangenisstraf.