Positief waarderen hoeft niet op z’n Amerikaans
Er wordt een prijs uitgeloofd voor een veelbelovende wetenschapper in ons veld. Een van mijn collega’s komt daar echt voor in aanmerking, vind ik. Samen met anderen schrijf ik daarom een aanbevelingsbrief naar de internationale jury.
Dat moet op z’n Amerikaans, en al schrijvend krijg ik daar steeds meer plezier in. Ik gebruik woorden als briljant, excellent en baanbrekend – iets wat ik niet vaak doe, en wat des te grappiger is omdat mijn collega de bescheidenheid zelve is. Natuurlijk stuur ik de brief ook even naar de persoon in kwestie.
Het thuisfront reageert enthousiast en wil de lijn van de lofprijzing wel voortzetten. Een tweede aanbevelingsbrief: beste huisgenoot, geweldige ouder, briljant in alle terugkerende klusjes die in huis gedaan moeten worden. Wat een waardering – maar ik vermoed dat er een licht satirische ondertoon in zit. Hoewel, waarom zou dat eigenlijk het geval zijn?
De Week van het Gezin ligt net achter ons, net als Moederdag, en Vaderdag komt eraan. Een goed moment om eens stil te staan bij hoe we elkaar in nabije relaties waarderen en over of met elkaar spreken. Want het lijkt soms gemakkelijker om dat op een negatieve manier te doen dan op een positieve.
Een tijdje terug hoorde ik een vrouw opnoemen wat er allemaal niet deugde aan haar echtgenoot. Een flinke lijst – en manlief zal inderdaad niet volmaakt zijn. Maar wat brengt het je verder om het daar zo uitgebreid over te hebben? Begin nou eens met denken: „Hij is een goede man. Hij is anders dan ik en doet dingen op z’n eigen manier. Maar dat mag ook. Waarom zou het per se op mijn manier moeten?” Ik denk dat het daar anders van wordt.
Uiteraard weet ik ook wel dat er heel verdrietige situaties zijn waarin huiselijk geweld of emotionele mishandeling speelt, maar daar doel ik nu niet op. Er zijn ook relaties zijn waarin zoveel stuk is, dat een positief uitgangspunt niet genoeg is. Er zijn echter ook relaties waarin dat wel verschil kan maken.
De ander waarderen als ander, dat is cruciaal. De ander is geen verlengstuk van jezelf, geen marionet die moet voldoen aan jouw wensen of idealen, maar een persoon met een uniek levensverhaal, met wie je een unieke relatie hebt. In die relatie vorm je elkaar, groei je met elkaar en door elkaar. Dat geldt voor ouders en kinderen evenzeer. Tegelijk weten we dat we allemaal onze deuken en butsen opdoen in het leven. Onder druk of in de intimiteit hebben we daar het meeste last van. Als de stress oploopt of wanneer je je kwetsbaar voelt, ben je sneller kortaf of heb je de neiging om negatieve boodschappen uit te zenden. Je hebt dan niet de mentale ruimte om je in te leven in de ander, om na te denken over zijn of haar intenties, of over hoe jouw opmerkingen overkomen. Terwijl een positieve grondhouding, waarbij je openstaat voor het eigene van de ander en dat waardeert, juist vraagt om verder te kijken dan alleen naar de buitenkant.
Daarom is het belangrijk om je met regelmaat af te vragen hoe je naar de ander kijkt en hoe je hem of haar waardeert. En vooral ook: hoe je daar uiting aan kunt geven. De alledaagse opmerkingen over dingen die beter zouden kunnen, zijn soms gemakkelijk gezegd. „Jij begint altijd zo laat met je huiswerk” of „Waarom heb je je kamer nu nog steeds niet opgeruimd?” liggen vaak meer voor in de mond dan iets als: „Dit vind ik echt zo leuk van jou.” Terwijl juist dat laatste verbondenheid schept.
Waardering hoeft trouwens niet altijd met woorden geuit te worden – dat kan ook goed met daden. Als je niet van de aanbevelingsbrieven bent, is dat dus geen probleem. Alles waarmee je je bewust in positieve zin op de ander richt, is veelbelovend. Wie weet ga je er nog in excelleren.
De auteur is rector van het Kennisinstituut christelijke ggz (Kicg), onderdeel van Eleos en De Hoop ggz, en bijzonder hoogleraar klinische godsdienstpsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.