Honderden gemeenten verlaten methodistenkerk VS
Hier en daar in het zuidoosten van de Verenigde Staten staan er nog reclameborden met daarop de tekst: ”Het is tijd voor saamhorigheid”. De United Methodist Church (UMC) trok met die slogan vorig jaar de aandacht van passanten. Direct na afloop van de campagne vond echter de grootste uittocht uit het kerkverband plaats.
Zo’n drieduizend gemeenten verlieten de achterliggende tijd de UMC, de op één na grootste protestantse kerk in Amerika. De leiding van de UMC is nog niet bekomen van de schrik. De laatste weken van april en de eerste weken van mei verlieten ruim zeshonderd gemeenten het kerkverband. Hoewel de exodus al in 2020 begon, was er nog niet eerder zo’n klap gevallen. Eind april verlieten 264 gemeenten uit de staat Tennessee en 55 uit de staat Oklahoma de UMC. De eerste week van mei volgden er in totaal 385 gemeenten uit de staten Alabama, Florida en North Carolina. Op zaterdag 13 mei traden nog eens 67 gemeenten uit de staat Arkansas uit. „En de stroom is nog niet gestopt”, zegt ds. Billy A. Olsen, predikant van een methodistengemeente in Benson (North Carolina). „Het lijkt erop dat alle dammen zijn doorgebroken.”
Geschorst
De methodisten staan in de VS bekend als mensen van het beschaafde overleg en het redelijk alternatief. De leden zijn doorgaans dames en heren van stand, wars van polarisatie. Veelzeggend is dat zowel oud-president George W. Bush als voormalig vicepresident Hillary Clinton lid van de UMC zijn. De kerkleden denken met praten, luisteren en wellevendheid grote tegenstellingen te kunnen oplossen. Zelfs lastige kerkelijke kwesties die de kern van iemands geloof raken, moeten volgens hen op die manier kunnen worden bijgelegd.
Vanuit die grondhouding werd de achterliggende jaren ook de vraag omtrent acceptatie van de homoseksuele levensstijl en het homohuwelijk behandeld. Men bleef praten. Sinds 1972 stond het thema keer op keer op de agenda van de Algemene Vergadering. De officiële lijn was steeds dat homoseksualiteit onverenigbaar is met de christelijke leer. Alleen het was een publiek geheim dat de dagelijkse kerkelijke praktijk vaak niet overeenstemde met die lijn. Vanuit het behoudende deel van de UMC werd in het achterliggende decennium steeds harder aangedrongen op strikte toepassing van de regels. In 2019 werd het plan gemaakt dat geestelijken die meewerkten aan een homohuwelijk een jaar zouden worden geschorst en geen traktement zouden ontvangen. Indien ze nog een keer een homohuwelijk kerkelijk bevestigden, zouden ze definitief uit hun ambt worden gezet. „Alles wees erop dat het traditionele standpunt over het huwelijk zou worden gehandhaafd en afwijkingen daarvan niet langer werden getolereerd”, zegt ds. Olson.
Losmaken
Maar „de dankbaarheid over de trouw aan de Bijbel” sloeg volgens ds. Olson om in „diep verdriet”. „Net voordat de strengere regels van kracht zouden worden, kwam er een nieuw voorstel, waardoor de on-Bijbelse praktijk kan blijven bestaan.”
Een studiecommissie kwam overeen dat de conservatieve methodisten zich op „vreedzame wijze” zouden afscheiden van de UMC. Dit deel kreeg 25 miljoen dollar mee indien het geen aanspraak maakte op landelijke bezittingen van de UMC, zoals kerkgebouwen en ander onroerend goed. Wel moesten de vertrekkende gemeenten hun contributies aan overkoepelende organisaties en hun bijdragen aan de pensioenvoorzieningen voldoen. Over de plaatselijke bezittingen konden de gemeenten zelf stemmen. Wilde de meerderheid van een gemeente zich losmaken van het kerkverband, dan kreeg die de kerk mee. Met dit voorstel zei de commissie dat de lang gekoesterde gedachte dat men er met elkaar wel uitkwam, geen deugdelijke grond had.
Het plan zou besproken moeten worden op de Algemene Vergadering van 2020. Vanwege de uitbraak van de coronapandemie werd die uitgesteld, en in de volgende jaren ook. Naar het zich nu laat aanzien, zal het onderwerp pas in 2024 aan de orde kunnen komen.
Wachten
Een groot deel van de conservatieve gemeenten vindt dat te lang duren en heeft zich inmiddels afgescheiden of gaat dat binnenkort doen.
Extra reden voor de gemeenten die zich willen afscheiden, is dat er maar een beperkt aantal predikanten is die in vacante, conservatieve gemeenten past. „Van de tien predikanten waren er misschien drie of vier die in onze gemeenten pasten”, zegt Alvin Talkington, lid van de kerkenraad van de gemeente te Boyce (Ohio).
Vanuit de UMC wordt er bij gemeenten die zich willen afscheiden, aangedrongen te blijven. „Ons geduld is echter op”, zegt ds. Olson. „Met het uitstellen van de definitieve beslissing wordt de ruimte voor on-Bijbelse praktijken alleen maar groter. Als we wachten, wachten en wachten, geven we in feite goedkeuring aan die zondige situatie. Dat is voor ons onmogelijk.”
Inmiddels hebben in totaal zo’n drieduizend gemeenten in de VS zich van de UMC, die 6 miljoen leden tellen, afgescheiden. Dat is ongeveer 10 procent van het totaal. Wereldwijd telt de methodistenkerk 13 miljoen leden, waarvan een groot deel in Afrika woont. Deze gemeenten huldigen bijna allemaal de traditionele, Bijbelse opvattingen. „Deze betrekkelijk jonge methodistenkerken hebben vaak beter begrepen wat de Bijbelse lijn is dan onze theologen, die kunnen terugvallen op een eeuwenlange theologische traditie”, zegt voorganger David Donnan uit Glenville (Georgia).
Veruit de meeste uitgetreden gemeenten hebben zich inmiddels aangesloten bij de nieuw gevormde Global Methodist Church (GMC). Deze kerk wijst de homoseksuele levenspraktijk en het homohuwelijk af. Een kleinere groep gemeenten zoekt een derde weg. Zo wil de White’s Chapel in de buurt van Fort Worth, Texas –een gemeente met 16.000 leden– een eigen netwerk van gelijkgestemde methodistenkerken creëren.
Scherp
Voorlopig wordt de GMC geleid door een zogenoemde overgangsraad. Die adviseert gemeenten bij het ontwikkelen van een nieuwe, passende organisatie en vooral bij beheerskwesties. Die zijn de laatste maanden aanleiding tot veel discussie. Ook al wil de UMC de vertrekkende gemeenten een fors bedrag meegeven, over de vraag naar het eigendom van gebouwen is men nog niet uitgepraat.
Eeuwenlang heeft de methodistenkerk de regel gekend dat kerken eigendom zijn van de hele denominatie. Er is sinds 2019 ruimte om daarvan af te wijken. In een bijzondere bepaling staat dat kerken zich met meenemen van gebouwen kunnen afscheiden om „gewetensredenen die verband houden met vragen over menselijke seksualiteit”. Dit wordt soms sectie 2553 genoemd. Toch blijkt er in de praktijk veel gedoe te zijn over de uitvoering van deze regels. Alvin Talkington: „Zolang er over de kwestie van homoseksualiteit werd gepraat, gebruiken de progressieve methodisten een vleierige toon. Maar zodra het gaat om geld, goed en stenen, wordt de toon scherp.”